Binnen de linies voelde Villeroy zich weer voldoende veilig. Daarentegen deed de inmiddels de 23e gereed gekomen brug over de Schelde nieuwe bezorgdheid ontstaan voor Vlaanderen. Om deze reden keerde Guiscard met 20 bataljons terug naar Burcht. Tevens hielden de Franse maarschalken reeds, naar Pelet meedeelt op grond van onderschepte brieven, rekening met een mars der ge allieerden naar de Maas, hetgeen aanleiding gaf tot het detacheren van Berwick op de 27e met brigades cavalerie en een regiment dragonders naar Nazareth bij Lier; bij laatstgenoemde maatregel speelde ook de fouragefactor een rol. En omdat men aan Franse zijde nog steeds voor een landing beducht was, werden uit het kamp te Deurne twee dragonderregimenten en een brigade artillerie van 10 stukken (de Fransen kenden, in tegenstelling tot de geallieerden, een brigadeverband bij de artillerie) naar Mariakerke onder Gent gezonden, waar zij de 26e aankwamen. Tot versterking van de linies bij Antwerpen werden de sluizen op de rechter Scheldeoever geopend, hetgeen althans de forten aldaar afdoende tegen een aanval beveiligde 2). Aan de zijde der geallieerden gold het thans de vraag, of men tot een aanval op de linies zou overgaan. In een te Calmpthout op de 26e gehouden krijgsraad beantwoordden Slangenburg en Tilly haar al dadelijk afwijzend, en ook de gedeputeerden waren van deze opinie. De bij Stekene opgedane ervaring had opnieuw aangetoond, waartoe een frontale aanval op een sterke, door een leger bezette stelling kon leiden. Besloten werd echter de beslissing te laten afhangen van een de volgende morgen te houden verken ning, waarbij men de stelling van zo nabij mogelijk wilde 'bezichti gen'. In de vroege morgen werd de verkenning dan ook gehouden door Marlborough, Ouwerkerk en tal van andere generaals, onder dekking van een detachement van niet minder dan 4000 be- redenen. Men kwam tot de slotsom, dat de aanval ondoenlijk of al thans te riskant washierover schijnt in dit geval geen verschil van mening te hebben bestaan. Ergo was een nieuwe conferentie nodig, die moest uitmaken wat er thans met het leger diende te geschieden. Zij werd de 29e ge houden te Lillo. Zelfs Coehoorn kwam er voor, in weerwil van 'indispositie' uit Hulst over. Marlborough kwam terug op het geliefkoosde plan-Oostende, en had Coehoorn reeds de 26e nog eens weer aangespoord, hiervoor zijn best te doen, onder belofte van alle mogelijke steun zijnerzijds. 'Vous auriez autant de monde x) Pelet III-9 6 vlg. 323

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 351