Hij laat tenslotte de keus aan Heinsius en zijn andere vrienden in Den Haag of hij nog in een volgende veldtocht zal dienen x). Indien ooit dan blijkt uit dit schrijven wel dat Marlborough grondig zijn bekomst had van het oorlog voeren in de Nederlanden, althans bij de bestaande regeling en evenals in zijn brief van de 26e zien wij hier reeds de Donauveldtocht aan de kim rijzen. Ook de ^e verliep in vruchteloze debatten. De Hollandse gene raals achtten voor de aanval voor iedere vleugel tenminste 24 stuk ken van 24 en 12 pond nodig, en hielden ook dan nog het succes voor dubieushet ongeluk wilde echter dat de zware artillerie met 900 trekpaarden nog in Bergen op Zoom stondMen beraadslaagde nog of de linies niet te nemen waren 'bij diversie en surprise', doch bij nader inzien bleek ook dit onuitvoerbaar, hetgeen begrijpelijk is; hiertoe toch stond men thans te dicht voor de vijandelijke stelling. Tenslotte besloten de gedeputeerden, dat het leger de volgende dag naar St Truyen zou marcheren, hetgeen betekende dat van de aanval werd afgezien. Zoals zij de 6e aan de Staten berichtten, durfden zij de aanval niet te gelasten 'bij wege van decisie tegens het eenparig gevoelen van alle onse generaels ende het stilswijgent aveu van eenige der rechtervleugel, als hebbende nogh temeriteit genoeg om ons sentiment te doen valideren boven het eenparig van onse generaels nogh stercke schouders genoegh om ons voor een saecke van die verre uitsicht responsabel te stellen' 2). De diepe ergernis waarmee Marlborough zich bij het besluit neerlegde, blijkt ten duidelijkste uit de brieven welke hij de 6e aan de Staten en aan Hop schrijft. Vóór het leger op mars gaat houdt hij nog eens een verkenning, thans tegenover de rechtervleugel, waar hij de vorige dag niet geweest was. Die gehele nacht, zegt hij, had hij niet kunnen slapen, uit zorg over de noodlottige gevolgen. De 1 oe schrijft hij nog vol spijt aan Heinsius, dat hij de linies gezien had, met de vijandelijke troepen, 'which were by noe means enough to have defended their lyns, for if wee had attacked them as wee ought to have done, wee should have found many places without any men' 3). Alles tezamen beschouwd zal men o.i. tot de erkenning komen, dat het juiste inzicht in deze kwestie aan de zijde van Marlborough is geweest. Hij heeft de zaak van een ruimer standpunt beschouwd dan zijn tegenstanders. Dit is ook de mening van Knoop, anders Marlborough aan Heinsius, Val Notre Dame, 3 September (Van 't Hoff nr 142); Heinsius aan Hop, 11 September (St.Gl 8217). 2) Ged. te velde aan St.Gl, St. Truyen, 6 en 11 September (St.Gl 7154.). 3) Marlborough aan St.Gl, St. Truyen, 6 September, bij Murray, p. 173 id. aan Hop, 6 September, ib., id. aan Heinsius, 10 September (Van 't Hoff nr 143); bulletins 30 Augustus, 3, 6 September bij Murray. 342

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 370