Rhoe, Heukelom en Oxenstiern. Ouwerkerk loopt met het plan rond het leger te verlaten, omdat hij de beloofde 'satisficatie' niet krijgt. Noyelles is ernstig ziek, en gaat morgen naar Aken. Rhoe is bedlegerig en doet geen dienst. Heukelom houdt tenmin ste drie dagen van de vijf zijn kamer, en DomprÈ wordt doorlopend door hoest gekweld. Zodat voor de dienst alleen Dopf, Oxenstiern en hij zelf overblijven. Inderdaad een weinig bemoedigend toneel, waarvan men slechts kan hopen dat het iets te donker gekleurd is1). Voor het beoordelen van de wederzijdse kansen dienen wij na te gaan hoe in deze spannende dagen de Franse troepen waren opge steld. Na de capitulatie van Hoey was Pracontals verblijf ten Zuiden van de Maas overbodig; de 24e of 2^e keerde hij terug naar Marcho- velette. In Namen werden voorzieningen getroffen met het oog op een bombardement, en te Dinant, waarvoor de Fransen insgelijks bezorgd waren, lieten zij de citadel springen. Toen de geallieerden op September naar de stelling van Avernas—Avène marcheerden, schoven ook de Franse strijdkrachten meer Noordwaarts op, zodat zij die dag als volgt verdeeld stonden: de hoofdmacht, waarbij ook Berwick zich weer had aangesloten, van Orp-le-Petit tot Was- seige, Pracontal ten Zuiden van de Mehaigne, in het Noordelijk deel van de nieuwe linies tot dicht bij Wasseige; Roquelaure met een brigade infanterie en 20 a 2£ eskadrons te Noduwez bij Heylissem, en Labadie vandaar tot Leeuw. Tezamen waren deze af delingen 79 bataljons en 117 eskadrons sterk, waarvan 72 bataljons met de cavalerie over een lengte van 13 km (van Mefle tot Heylis sem) verdeeld. Franse schrijvers als Quincy en de Vault stellen het voor, alsof de maarschalken een aanval met het volste vertrouwen tegemoet zagen. Er is echter o.i. alle reden om aan te nemen, dat de werkelijke gevoelens enigszins anders zijn geweest. BELEG VAN LIMBURG. EINDE VAN DE VELDTOCHT IN DE NEDERLANDEN In het kamp van St Truyen bleef het leger ruim een maand, name lijk tot 10 October. De Franse troepen schoven wederom Noord waarts opde wederzijdse voorposten lagen op korte afstand van 344 HOOFDSTUK XV Keppel aan Heinsius, kamp van Vignamont, 27 Augustus (Heins. arch. 851). De klacht over de ondeskundigheid der gedeputeerden ook bij Lamberty H-468.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 372