elkaar. Met het oog op de verzwakking welke het detachement naar Limburg ten gevolge zou hebben, werden aan 's vijands zijde van het kamp veldversterkingen opgeworpende soldaten richtten zich zo geriefelijk mogelijk in door hutten op te slaan, nu het na jaar reeds was aangebroken. Thans restte nog slechts de inneming van de rotsvesting Limburg. Van strategisch belang was zij niet, doch zij kon als uitgangspunt van partijen hinderlijk worden voor de omliggende streken en voor het verkeer langs de Maas. De sterkte van dergelijke plaatsen be rustte veelal minder op de vestingwerken dan op de afgelegen ligging en de slechte er heen voerende wegen. Getroostte men zich eenmaal de moeite van het nodige geschut aan te voeren en in stel ling te brengen dan was de val meestal spoedig bezegeld. De bezet ting bedroeg 12001400 man. Reignac, de bevelhebber, had de aanwijzing gekregen, de verdediging slechts zolang vol te houden als nodig was voor een eervolle capitulatie. De 8e September vertrokken Bülow en Hompesch met 20 eska drons voor het berennen der stad. Drie dagen later volgde Marl borough met de rest van het insluitingsleger, dat totaal 22 batal jons en 36 eskadrons telde onder de erfprins van Hessen-Kassel. Hiervan waren 12 bataljons en 17 eskadrons Hollandse of op Hol landse soldij staande troepen, 2 bataljons en 3 eskadrons Engelsen, de overige Hessische, Deense en Luneburgse troepen, merendeels op gemeenschappelijk Hollands-Engelse soldij. In het kamp van St Truyen bleven y6 bataljons en 116 eskadrons achter. De belegerings artillerie bestond uit niet minder dan 62 stukken, waarmee onge twijfeld veel eer aan de plaats werd bewezen Grote vertraging gaf de slechte toestand der wegen. Wegens ge brek aan paarden in de omtrek werden er 1000 uit het leger gezon den; ruim 200 wagens werden gerequireerd in de omgeving van Luik2). De boeren verstopten nl. zoveel doenlijk hun paarden en wagens in de bossen. Marlborough kwam de 12e te Robermont bij Luik, waar de troepen voorlopig kampeerden. De volgende dag werd de prins van Sonderburg met 3 bataljons vooruitgezonden; hij kwam de 14e voor Limburg en bezette zonder tegenstand de voorstad. De 1 ^e volgde Murray met een deel der artillerie onder dekking van enige infanterie en ruiterijde in de laatste dagen gevallen regens waren 34 5 x) Ouwerkerk aan St.Gl, St. Truyen, 10 September; Ing. Miss. R.v.St.'Trouppes qui sont au siège devant Limbourg. Fait a Vervié ce 26 Septembre 1703' (R.v.St. 646, Bijlage 33). 2) Ouwerkerk aan R.v.St., St Truyen 17 September, ib.Marlborough aan Ouwerkerk, kamp te Robermont, 16 September, bij Murray 182.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 373