zich te regelen naar de resolutie van 27 Maart 1702, de zaken voorlopig te laten zoals onder en na de overleden koning de praktijk was en buiten genoemde resolutie 'geen nieuwigheden te admittee- ren'. De genoemde resolutie van 1702 gaf n.l. evenmin uitsluitsel, doch verwees naar de onder de koning-stadhouder geldende rege ling, doch juist hierop beriepen zich de beide generaals 4). In de veldtocht van dit jaar horen wij, in tegenstelling tot de vorige, klagen over de discipline. Het is een veel voorkomend ver schijnsel, dat in de loop van een oorlog gaandeweg een verslapping van de tucht intreedt. Vandaar de Duitse generaal die zeide: 'Ich hasse den Krieg: er verdirbt die Heere'. Hoe het zij, er waren dit jaar meermalen klachten over ongeregeldheden, tegen de inwoners begaan. Op 20 Augustus reeds klagen de gedeputeerden over 'desordres' in de vorm van marauderen en plunderen, waartegen hun 'devoiren' nog weinig hadden geholpen. De aanleiding hiertoe was een brief van gedeputeerden van de Staten van Luik van 18 Augustus, waarin o.a. te lezen stond: 'Vous êtes sans doubte informé que l'on brüle, et que l'on tue, que l'on pille les églises et les chateaux, qu'on tire les maisons bas, qu'on déshabille les gens de bien et 1'autre sexe, et que l'exes vat jusques a un tel point que quelques trouppes dans la campine doib- vent avoir esté la torche a la main, menacer de feu, en cas qu'on ne leur fournirait de l'argent, ce qu'ils ont en effect exécuté 2). Begin September deden burgemeester en Raad van Luik wederom hun beklag over plunderingen in de omtrek, die ten gevolge hadden dat de contributie niet kon worden opgebracht. Vooral de Engelsen en andere vreemde troepen maakten zich aan losbandigheden schul dig, en de Staten konden hiertegen weinig uitrichten, daar deze troepen hun eigen krijgsrecht en 'judicature' hadden 3). Welsprekend is in dit opzicht een brief van Obdam over de toestand in 's-Hertogenbosch. Volgens hem waren de plattelands bewoners meer bevreesd voor de Engelse en andere vreemde troepen dan voor de vijand 4). Daarbij kwam nog de overlast van vijandelijke partijen. Begin September klaagt de regering van het kwartier van Nijmegen bij de 3 5° Ged. te velde aan St.Gl, St. Truyen 11 September (St.Gl 7154); Seer. Res. St.Gl i£ September; Lamberty II-469 Albemarle wordt hier abusievelijk verwisseld met Marlboroughhet verweer van Slangenburg: ib. 479 vlg. Twist met Slangenburg over het distribueren der orders: ib. 477, met bijlagen. 2) St.Gl 7154.. 3) St.Gl 8217; Res. R.v.St. 7 September; Hop aan R.v.St., Verviers, 20 September (R.v.St. 646). Op 11 September berichten de gedeputeerden wederom, dat hen dagelijks klachten bereiken over kerkschenderijen, afbreken van huizen, roven en plunderen (St.Gl. 71^4). 4) Obdam aan Fagel, 29 October (St.Gl 7158).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 378