tot het Apennijnse schiereiland. Genua en de hertog van Mantua
kozen de zelfde partij, en daar ook Napels en Sicilië de nieuwe
Spaanse koning erkend hadden, was de positie van de Frans-Spaanse
dubbelmonarchie in Italië overheersend, te meer nu ook paus Cle
mens xi de anti-Bourbonse politiek zijner voorgangers had verlaten
en de door het testament van Karel ii geschapen staat van zaken
erkend had.
Ook Portugal, waar in deze tijd Pedro ii regeerde, was wijselijk
begonnen met Philips van Anjou als koning van Spanje te erken
nen. Het voelde zich echter ernstig door zijn zoveel machtiger na
buur bedreigd. Het was reeds van de aanvang af niet ongenegen tot
een frontverandering mits de geallieerden door krachtige maritieme
en militaire bijstand voldoende waarborgen voor zijn veiligheid
konden verschaffen. Het stond al spoedig in geheime verstandhou
ding tot de zeemogendheden, die echter eerst in het tweede oor
logsjaar tot een openlijke afval zou leiden 1). Ten slotte zij nog ver
meld dat ook de hertog van Lotharingen zich in de bestaande ver
houdingen schikte door zich bij Frankrijk aan te sluiten.
Overzien wij de algemene toestand, dan is de slotsom dat de ge
allieerden in militair, doch vooral in financieel opzicht, de sterksten
waren. Van groot belang was vooral hun onbetwistbare overmacht
ter zee, ten gevolge waarvan niet alleen de Frans-Spaanse overzeese
handel ten dele stil werd gelegd, doch ook het grondgebied der
tegenpartij, met zijn lange en kwetsbare kustlijnen, allerwege aan
invallen bloot stond. Frankrijk was reeds uitgeput uit de vorige
oorlog te voorschijn gekomen en het decadente en berooide Spaanse
rijk zou vermoedelijk meer ondersteuning behoeven dan de mili
taire kracht doen toenemen. Voor dit laatste zou een algemene
staatkundige en economische regeneratie nodig zijn geweest, doch
juist hiervoor was de oorlogstijd weinig gunstig, gesteld al, dat zulk
een proces zich in enkele jaren zou kunnen voltrekken. Tegenover
dit alles stond dat de Franse koning over de hulpbronnen der beide
monarchieën althans onbeperkt kon beschikken, en dat in de onder
zijn bevelen staande coalitie meer eenheid van inzicht en van han
delen heerste dan in het veelhoofdig verbond der tegenstanders met
hun veelszins divergerende belangen en inzichten. Dit laatste dreig
de vooral zwaar te zullen gaan wegen toen de geestelijke vader der
Grote Alliantie door een ontijdige dood van het aardse strijdtoneel
werd weggenomen.
In de wederzijdse krachtverhouding mengden zich nog andere
Lamberty I-368, 69^.
i 6