lijke richting; 14 October stond hij te Neuville aux Bois, in het hartje van het Ardenner bergland. Enkele dagen later werd hij nog versterkt door een detachement onder de Hornes, dat zijn troepen macht tot 21 bataljons en 24 eskadrons deed aangroeien. Binnen kort zou zij geroepen worden een belangrijke rol te spelen. In het kamp bij Tongeren viel, als reeds gezegd, niets belangrijks meer voor. Van Marlborough zijn uit deze tijd nog tal van brieven bewaard. Curieus zijn hieronder die aan zijn onechte neef Berwick die, gelijk men weet, in het Franse leger diende en voor zijn stal meester een pas gevraagd had om zich in het onze van paarden te voorzien. Marlborough ried hem aan te wachten tot het eind van de campagne, dan zouden de officieren ze gemakkelijker en goed koper van de hand doen. Als tegenprestatie vraagt de hertog zijn neef, moeite te willen doen tot het verkrijgen van een pas voor 20 vaten Bourgogne of Champagne. Onwillekeurig gaan de gedachten even terug naar Raymakers, die als commandeur van St Andries zich uitslooft om over de Maas gesmokkelde paarden te achterhalen. Het is niet ten onrechte dat Knoop bij bovengenoemde bijzonder heden aantekent: Dit tijdvak is wel de gouden eeuw geweest der machtigen en aanzienlijken' x). Nadat de ^e November de winterkwartieren definitief waren vastgesteld ging het leger de eerstvolgende dagen uiteen. Marl borough had zich reeds eerder naar Den Haag begevende 9e was hij in Londen. Gelijktijdig betrokken ook de Fransen de winter kwartieren. Zij konden met meer tevredenheid op de veldtocht terugzien dan hun tegenstanders. De inneming van Bonn was het enige belangrijke wat deze, ondanks hun overmacht, hadden bereikt. De van huis uit verkeerde opzet van het veldtochtsplan, onenigheid tussen de Nederlandse generaals, slechte regeling der bevelvoering, in een latere periode de oppositie van de Staatse generaals tegen Marlborough, hun gebrek aan vertrouwen in zijn leiding, en hun afkerigheid van het leveren van een slag, waarvan zij het nut niet in zagen, zijn de voornaamste oorzaken van het geringe succes, dat het geallieerde leger in deze veldtocht vermocht te behalen. Zeer zeker zijn de Staten teleurgesteld in hun verwachting, met een zo uitnemende krijgsmacht 'iets groots te verrichten'deson danks lieten zij met het oog op de buitenwereld een penning slaan ter verheerlijking van Marlborough, die dit huldeblijk wel met zeer gemengde gevoelens in ontvangst moet hebben genomen. 3^6 x) Marlborough aan Berwick, 9 en 13 September, bij Murray. In een brief aan Heinsius van 3 Sep tember vraagt Marlborough een paspoort voor 8 koetspaarden, die Berwick in de Republiek wil kopen (Van 't Hoff nr I42).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 384