Het legerkamp der bondgenoten lag ongeveer drie kwartier ten Z.W. van Spiers, in een Noord-Zuid lopende richting. De rechter vleugel, uit de troepen van Hessen-Kassel bestaande, leunde aan een beek; de linker, die van Nassau-Weilburg, hing in de lucht ergens tussen Harthausen en Heiligenstein. Het hoofdkwartier was in Spiers, waar ook de meeste hogere officieren vertoefden. Tussen de twee genoemde bevelhebbers heerste onenigheid; geen van beiden wilde het opperbevel aan de ander afstaan. Er was dan ook in de slag die weldra volgde geen gemeenschappelijke com mandant. De 14e werd een verkenningsdetachement van 400 beredenen uitgezonden; het keerde de i^e om 8 uur 's morgens terug en meldde een ontmoeting met 14 vijandelijke eskadrons en enige in fanterie, doch aan het bericht werd geen waarde gehecht. Men meende dat Pracontal nog bij Saarbrück stond en bleef bij het plan de volgende dag naar Landau te marcheren. In het kamp, waar de grootste ongerustheid heerste, bleven de troepen intussen zonder bevelen. Om half twaalf - men wilde juist aan tafel gaan - bericht ten twee deserteurs in het hoofdkwartier dat Tallard en Pracon tal met 30 bataljons en 90 eskadrons in volle slagorde naderden en reeds op een uur afstand van het kamp waren. Natuurlijk snelde nu alles naar het kamp,, waar men al bezig was de slagorde te formeren. Zij bestond, van links naar rechts, uit de Paltsische cavalerie onder de graaf van Vehlen, de Paltsische infanterie, die van Hessen- Kassel en de cavalerie en dragonders van dezen. Daar, als gezegd, de linkervleugel onaangeleund was, liet de generaal Vehlen deze snel naar links opschuiven om aanleuning te verkrijgen aan het moerassige terrein langs de Rijn. De infanterie kon onmogelijk zo snel volgen, zodat gapingen in de linie ontston den van 6 a 800 pas, behalve nog de wanorde, die van zodanige manoeuvre op korte afstand van de vijand het gevolg moest zijn. Niettemin streed de linkervleugel, die het eerst in gevecht kwam, aanvankelijk met voordeel. Een eerste, door 14 eskadrons uitgevoer de Franse aanval werd afgewezen. De Paltsische cavalerie, met Nassau-Weilburg en Vehlen aan het hoofd, chargeerde toen op haar beurt en bracht des vijands ruiterij tot wijken; enige tijd was zij zelfs meester van het geschut. Er trad echter een keer in, naar het schijnt door het vuur der Franse infanteriede geallieerden wer- 36 s teveel en 6 eskadrons te weinig geteld, welke vergissing in 'Feldzüge' V-372 is overgenomen. Dat de 2 door Pracontal meegebrachte bataljons die van Brie en Aulnis zijn geweest, blijkt bij vergelijking met de staat op p. 913 met die op p. 777. De 'Ordre de bataille' van het korps van Hessen-Kassel in 'Feldzüge' p. 713 is, wat de nationaliteit der korpsen aangaat, geheel en al onjuist. Hessen- Kassel en Nassau-Weilburg geven de Fransen resp. 90 en 92 eskadrons.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 393