NEDERLANDSE TROEPEN IN ZUID-DUITSLAND De op 14 October van het vorig jaar geleverde slag bij Friedlingen had de vereniging der Franse en Beierse strijdkrachten voorlopg ver ijdeld. Met des te meer ernst nam de Franse koning zich voor, haar in de eerstvolgende veldtocht tot stand te brengenalleen op deze wijze toch kon de ondergang of afval van de enig overgebleven Duit se bondgenoot worden voorkomen. Reeds midden Februari opende de energieke Villars de strijd met een strategische overval. Op twee plaatsen staken de Fransen de Rijn over en verrasten de keizerlijke en Duitse troepen in hun kantonnementen. Overhaast en met zware ver liezen moesten deze worden verlaten, evenals een vijftigtal schansen en redoutes. Lodewijk van Baden zag zich genoodzaakt, zich terug te trekken op de in het vorig najaar aangelegde linies van Stolhofen. Het doel dezer linies was, een opmars in Noordelijke richting tus sen het Zwarte Woud en de Rijn te beletten. Tevens dekten zij het markgraafschap Baden; geen wonder derhalve, dat prins Lodewijk of, zoals hij veelal genoemd wordt, Louis van Baden op het behoud ervan prijs stelde. Bij Stolhofen sloten de linies aan de Rijn aan; zij strekten zich uit tot voorbij Bühl in de bergkammen van het Zwarte Woud. De lengte bedroeg omstreeks 16 km; voor een groot deel werden zij in front gedekt door een beek, de Sulzbach, waaruit door opstuwing een belangrijk deel van het voorterrein kon worden ge- inundeerd. De vrees, dat Villars zijn succes zou vervolgen met een aanval op de linies, werd niet bewaarheid; de Franse veldheer bepaalde zich tot het belegeren van Kehl, dat op 9 Maart capituleerde. Na zich al dus een steunpunt op de rechter Rijnoever te hebben verschaft, trok Villars over de rivier terug en betrok opnieuw de winterkwartieren tot grote ontevredenheid van Lodewijk xiv hij achtte zich echter tot deze handelwijze genoodzaakt door de zeer zorgwekkende toe stand van zijn leger, wat kleding, uitrusting en recrutering aangaat. Zoals reeds vroeger werd medegedeeld, vertrok Goor, ingevolge een Staten-resolutie van 22 Februari, begin Maart uit de omgeving van Coblenz naar het Zuiden. De 8e stond hij met 12 bataljons bij HOOFDSTUK XVII 27 November, 11 December. Wegens de slappe houding der Duitse bondgenoten, hun nalatigheid in het opkomen voor hun eigen belangen en hun klaplopen op de krijgsmacht en financiën der zeemogendheden dienden de Staten bij de keizer en de Duitse hoven, alsmede bij dier vertegen woordigers in Den Haag een geharnast protest in: Res. St.Gl, 27 en 30 November, bij Lamberty II-646 vlg. 371

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 399