zichzelf van betekenis was. Villars wilde langs de Donau naar We nen oprukken, hetgeen verreweg de beste handelwijze geweest zou zijn. De keurvorst, die naar het schijnt slechts territoriale oogmer ken nastreefde, was voorstander van een inval in Tirol, waar men de hand zou reiken aan Vend ome, die hier vanuit Italië insgelijks zou binnentrekken. Het gevolg was, dat de zo moeizaam bereikte 'con junctie' voorlopig weer ongedaan gemaakt werd; het Beierse leger trok naar Tirol, Villars bleef in een sterke stelling tussen Lauingen en Dillingen het keizerlijke leger onder de graaf van Styrum obser veren, dat op korte afstand vandaar te Haunsheim stond. De inval in Tirol ontketende aldaar een volksoorlog, met als eind resultaat dat de Beiersen het land in Augustus moesten ontruimen Villars en van Styrum bepaalden zich de eerste maanden tot de ge bruikelijke schermutselingen, wier enig nut was, de troep niet te doen vergeten dat het oorlog was en jonge officieren met de krijg vertrouwd te maken. Lodewijk van Baden had geen enkele poging gedaan, de Fransen bij hun mars door het dal van de Kinzig te verontrustentot begin Juli bleef hij in de linies van Stolhofen, waar sedert Villars' terug tocht diepe rust heerste. Tallard, die moest beletten dat hij Vil lars' verbinding met de Rijn afsneed of de keizerlijken aan de Donau te hulp kwam, maakte het hem evenmin lastig. Het werd langzamerhand duidelijk, dat de prins van Baden aan de Boven-Donau belangrijk meer nut kon stichten dan in de linies van Stolhofen. Begin Juni trok hij derhalve met 16 ooo man derwaarts. Het commando in de linies werd overgenomen door de generaal Thungen, terwijl de prins van Baden voortaan aan de Boven-Donau als opperbevelhebber fungeerde. Half Juli werden de linies bij Weis- senburg ontruimd en de troepen vandaar deels overgebracht naar die van Stolhofen, deels naar Landau, dat voortaan de spil was der ver dediging op de linker Rijnoever. Uit deze tijd van werkeloosheid dagtekenen een aantal brieven van Goor met mededelingen en beschouwingen over de oorlog in Duitsland, welke echter voor ons onderwerp van geen rechtstreeks belang zijn. Het werd half Juli eer er voor de Hollandse troepen uitzicht kwam op verlossing uit hun toestand van werkloosheid. Toen ontving Goor het verzoek van de prins van Baden, om 8 bataljons naar diens leger te dirigeren, aangezien hij een 'belangrijk dessein' in de zin had. De Paltsische troepen moesten ter verdediging van het eigen land in de linies en te Landau blijven, en die van de Westfaalse Kreits mochten niet verder Zuidelijk gaan dan Stolhofen, vandaar dat slechts de Hol landse in aanmerking kwamen. 377

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 405