verricht, en tenslotte weigerde hij eenvoudig het detachement naar Immenstadt af te zenden. De prins herhaalde het bevel bij monde van de generaal van Furstenberg, en toen Goor desondanks bij zijn weigering volhardde werd hem zijn degen afgeëist en arrest aan gezegd. Goor was er niet de man naar dit te 'nemen'hij beklaagde zich bij de Staten-Generaal in een uitvoerige brief van de 14e November. Zij werd de 26e in Den Haag ontvangen. Goor zal de uitslag met spanning tegemoet hebben gezien, te meer omdat het in dergelijke zaken niet alleen de billijkheidsvraag is, welke de doorslag geeft. Maar gelukkig hebben de Staten de generaal volkomen in het gelijk gesteld. Na gehoord rapport van de commissie Ham besloten zij reeds de 27e, brieven te zenden aan de Keizer en aan de prins van Baden met een uitvoerige rechtvaardiging van Goors houding. Zij hielden het arrest 'voor nul ende van onwaarden', en gelastten Goor, 'het zelve niet te respecteren'Aan de keizer werd zelfs om een 'spoedige satisfactie' verzocht. Een afschrift van de brieven werd gezonden aan Goor evenzo aan de koningin van Engeland, met het oog op de regimenten die in gemeenschappelijke dienst waren. Goor had de resolutie reeds de 4e December in zijn bezit en kon met de inhoud tevreden zijn. Die dag dankt hij de Staten voor hun 'hoge protectie tegens de harde procedure' van de prins van Baden, en komt nogeens uitvoerig terug op de omstandigheden welke tot zijn weigering aanleiding hadden gegeven. De $oo zieken te Augs burg waren nu grotendeels hersteld, doch zij waren voor het de tachement verloren, daar de stad reeds vrijwel was ingesloten. In tussen had hij reeds de voldoening gehad, de Hollandse troepen an dere winterkwartieren te zien toegewezen, die aanmerkelijk beter waren dan die volgens het vorige project, hoewel zij nog vrij ver van Frankfort aflagen, vanwaar de soldij moest komen. Intussen was het leger de 29e November te Mengen aangekomen, waar het de 2e December werd 'gesepareert'. De gingen onze troepen in de winterkwartierende nodige officieren werden uitge zonden voor 'recreutes' en om voor nieuwe montering te zorgen. Generaal van Goor voerde zelf het commando in de posterings- linie, welke liep van Tutlingen a.d. Donau tot Reutlingen. Hierbij wordt melding gemaakt van aan te leggen alarmvuren; blijkbaar sig naalvuren welke, gelijk reeds in oude tijden in bergstreken in ge bruik was, bij een vijandelijke inval werden ontstoken. Op de dag, waarop Goor zijn dankbetuiging aan de Staten zond, schreef hij ook een hoogst merkwaardige brief aan de Staatse gezant te Wenen, blijkbaar met de bedoeling, dat deze het keizerlijk hof 382

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 410