Voor nadere bijzonderheden aangaande dit beleg zij verwezen naar
de plattegrond en plaat, welke voorkomen in het bekende werk van
Rousset. Vooral voor opstelling en gebruik der artillerie zijn zij leer
zaam. Het gros der kanonnen vuurde met gloeiende kogels; slechts
enkele dienden om met 'druiven' d.z. kartetsen tegen uitvallende
troepen te vuren. De mortieren vuurden met bommen of 'carcassen'
onder de laatste heeft men brandprojectielen te verstaan, die door
een ijzeren geraamte waren omgeven x).
Het allerlaatste krijgsbedrijf van dit jaar was het slechten van een
deel der linies bij Wasseige op 2 8 December, door een detachement
onder de generaal der infanterie Noyelles, die het bevel voerde over
de troepen te Luik, en Dopf als luitenant-generaal. Het detachement
waarvan men de 'ordre de bataille' bij Rousset kan vinden, was
samengesteld uit de garnizoenen van Luik, Aken, Maastricht, Hoey
en omliggende plaatsen, ter gezamenlijke sterkte van 33 bataljons en
36 eskadrons. Daar het niet in het voornemen lag, zich met grotere
gevechten in te laten, moest de onderneming een verrassend karakter
dragen. De onderdelen waren echter niet op volle sterkte, daar men
volgens de toenmaals heersende gewoonte, slechts een bepaald aan
tal manschappen-naar wij bij De Vrijer lezen 30 man per com
pagnie voor deze dienst had aangewezen. De getalsterkte beliep
volgens deze dan ook slechts 14 000 man.
De 26e December vertrok Noyelles uit Luik; bij Ferin sloten
zich de detachementen uit de andere garnizoenen aande 27e wordt
de mars in alle stilte voortgezet, en de 28e zeer vroeg de linies bij
Wasseige bereikt. TrognÈe, die de voorhoede commandeerde,
verdreef zonder moeite de zwakke bezetting. Een deel der troepen
wordt nu voor dekking aangewezen; een ander gedeelte voor het
slechten der linie, waarmee de gehele dag wordt doorgegaan, terwijl
een derde afdeling Brabant inrukt en de omtrek onder brandschat
ting stelt, tot een bedrag van 300 000 gulden, waarvoor de nodige
gijzelaars worden meegenomen. Zij moest binnen drie weken be
taald zijn. De linies werden over een lengte van i1/2 uur gaans ge-
geslecht, voor zover de tijd althans toeliet.
Een goede indruk van de linies, waarover zoveel te doen geweest
was, verkrijgt men uit de plaat bij Rousset, die op dit wapenfeit
betrekking heeft, waar ook de profielen op diverse punten zijn afge
beeld. Er blijkt uit dat als hindernis een droge gracht diende van
gemiddeld 24 voet breedte en 12 voet diepte; de linie zelf bestond
uit een i 2 m hoge borstwering voor staande schutters. Voorts
385
Pelet III-i 36, 14g; Rousset deel II-99, met plaat van het beleg; Eur. Mere. 1703, iedl: 95^, 131;
2e dl: 282, 315-; 'Feldzüge' V-62^.