was de gehele linie van bastions voorzien, met 300 pas tussenruimte, hetgeen nodig was omdat, gezien de dikte en vorm der borstwering, de gracht slechts gedeeltelijk werd bestreken. Reeds de 29e werd de terugtocht aangenomen, zodat Villeroy en Ximenes, die in allerijl enige strijdkrachten uit de kantonnemen- ten bijeengetrokken, het terrein verlaten vonden. Men rekende van het slechten der linies in de komende veldtocht voordeel te zullen hebben; Marlborough had er daarom reeds in October op aan gedrongen, een hooggeplaatst generaal tijdens de winter in Luik te plaatsen, waarvoor hij Noyelles op het oog had'for the lyns should be ruined before wee take the field'. Het was echter slechts de vraag, of de Fransen zich de moeite zouden getroosten en tijd zouden hebben, de linies tijdig in hun oude staat terug te brengen. Was het niet mogelijk de linies blijvend in bezit te nemen, dan kon ook het slechten weinig nut afwerpen, hoewel uiteraard met het herstel belangrijk meer tijd en arbeid gemoeid waren. Volgens de beschrijving, welke De Vault van de zaak geeft, bevond Villeroy, toen hij de stelling bezocht, dat alleen de courtines waren geraseerd, doch dat de bastions redans noemt hij ze intact waren gelaten, zodat het herstel slechts betrekkelijk weinig arbeid behoefde te kosten. Voorzichtigheidshalve besloot de maarschalk echter, wat meer troepen in de omgeving te doen legeren Na het uiteengaan van de legers was Boufflers naar Parijs terug gekeerd; Villeroy benutte de aangebroken rustperiode om een in spectiereis te maken langs de grenzen van Antwerpen tot de kust. Flet verslag ervan leert ons het een en ander omtrent de toestand der Spaanse vestingen in deze streken. Tevoren was reeds order gegeven tot het verbeteren van de wallen van Diest en Leeuw voor wat het gedeelte aan de overzijde van de Demer, resp. de Geete betreft. Op zichzelf waren deze plaatsen van weinig belang, doch zij waren als steunpunten in de linie te beschouwen. De vestingwerken van Antwerpen werden uitgebreid en verbe terd; nochtans was Villeroy van oordeel dat zij een inneming niet zouden beletten of zelfs maar vertragen, en dat derhalve het zwaartepunt der verdediging moest liggen bij de linies van Merxem, die in het land van Waes en de forten aan de Schelde. De versterkingen, die het land van Waes beveiligden, vond de maarschalk in zeer goede staat. Het 40 km lange kanaal van Gent naar Brugge was over de gehele lengte van een borstwering voorzien 386 Pelet III-145", 146; De Vrijer, I, 416; kaart der linies met profielen bij Rousset II, p. 100; Marlborough aan Heinsius, Alderbeesten 11 October (Van 't Hoff nr i£i), vgl. Marlborough aan Noyelles, Den Haag, 4 November, bij Murray p. 208. Eur. Merc. 1704, p. 87 vlg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 414