hieronder behoort allereerst het zenden van een detachement naar Portugal. De oorlog, welke het volgend jaar op het Iberisch schier eiland zou worden ontketend, kan ten bewijze strekken, dat het niet steeds raadzaam geacht moet worden tegen een vijandelijke statengroepering overal aanvallend op te treden waar dit slechts mogelijk is. In bepaalde gevallen kan men op deze wijze tegenkrach ten oproepen, die het geheel van 's vijands oorlogsmiddelen ver sterken, zodat een dergelijke agressie ten nadele van de eigen partij uitvalt 4). Een land, dat tot nog toe voor een bondgenootschap van twijfelachtig nut is, kan, door een vijandelijke inval bedreigd en gekwetst in zijn nationale gevoelens, tot volle ontplooiing van zijn militaire kracht worden gedreven. Vooral de bepaling in het in Mei met Portugal gesloten verdrag, dat geen vrede zou worden ge sloten aleer aartshertog KARELals koning van Spanje was erkend kon niet te overziene gevolgen meebrengen voor de duur van de oorlog. De Staten zagen het gevaar in en verzetten zich lange tijd tegen het opnemen dezer clausulezij droegen reeds het leeuwendeel van de oorlog te land en voelden er weinig voor de handen in het Spaanse wespennest te steken. Engeland, dat de oorlog meer zag onder de gezichtshoek van zijn overzeese- en handelsbetrekkingen, meende voordeel te zien in actieve hulp aan de Portugezen, met wie reeds in het vorig jaar het bekende Metphuen-verdrag was gesloten, en ten slotte legden Heinsius en de Staten zich neer bij het Iberische avontuur 2). Volgens het verdrag zou Portugal 28 000 man op de been bren gen, waarvan 13 000 man door de geallieerden zouden worden be taald. Voorts zouden zij zelf 12 000 man naar Portugal zenden die onder het opperbevel zouden komen van de Portugese koning 3). Sedert midden Juli corresponderen Marlborough en Heinsius over het formeren en afzenden van het detachement. De inscheping zou in beginsel 1 September plaats hebben. De erfprins van Hessen- Kassel deed moeite om als generaal der infanterie bij het detache ment ingedeeld te worden. Ook de heer van 's Gravemoer, een zwager van Albemarle, dong naar een plaats in de expeditie, n.l. als kwartiermeester-generaal, doch geen van beiden is tenslotte voor de begeerde functie aangewezen 4). x) Een voorbeeld hiervan is ook de inval der Beieren in de zomer van dit jaar in Tirol. 2) Churchill I-646. 3) De inhoud van het verdrag in 'Feldzüge' V-37 vlg.volledige Latijnse tekst bij Lamberty II-^oi vlg. Over de onderhandelingen inzake de te leveren contingentenberichten van Goës aan de keizer, in 'Feldzüge' 637 vlg. 4) Marlborough aan Heinsius, 25 Juli, 16 Juli, 11 en 20 Augustus (Van 't Hoff nrs 125, 130, 138, 139), id. aan Nottingham, 15 Juli, 8 Augustus (bij Murray, 143, resp. iss)> Heinsius aan Marl borough, 18 Juli (Van 't Hoff nr 132). 388

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 416