Zoals te voorzien was, bleven de 4000 man, waartoe de Keizer
zich als mede-ondertekenaar van het verdrag verbonden had, achter
wege; een voorstel van Engeland om deze gezamenlijk met de Repu
bliek op te brengen, had geen gevolg, zodat alleen de zeemogend
heden hun contingent van 4000 man leverden x).
Dat van de Republiek stond onder commando van de luitenant-
generaal Fagel, die inmiddels in Den Haag van zijn twee bij Ekeren
opgelopen verwondingen genezen was. Het detachement bestond
uit de regimenten: Fagel, Friesheim, v. Welderen, Viscouse,
Falais, d.i. Noyelles en Holstein-Norburg. Het regiment van
Fagel werd aangevoerd door de kolonel Emmerick, dat van Hol
stein-Norburg door de kolonel Rolas, die het vorig jaar van zich
had doen spreken door de dappere verdediging van het kasteel
Horion. Alle zes waren nationale regimenten; in dat van Viscouse
dienden veel Franse uitgewekenenen. Die van Fagel en Friesheim
hadden nog kortelings bij Ekeren gestreden. De regimenten telden
10 compagnieën van 64 man of 11 van 57 of 9 man.
Aan ruiterij ging mee: het regiment cavalerie van de generaal-
majoor Rhoo, van 6 compagnieën a £2 ruiters; 4 compagnieën
dragonders van Mattha en 2 idem van Schlippenbach a 71 man;
de dragonders werden aangevoerd door de luit.-kolonel Winter-
felt en de majoor Dewitz. Voorts vonden wij bij het detachement:
de brigade-majoor Rouwenoort, de majoor Baccalan, de kwar
tiermeester-generaal Mongy, de 'Meester' van de artillerie Ver-
schuer, d.i. Philips Willem, zoon van Otto Christoffel, en een
kapitein Arnold van Hersele, wiens functie overigens niet blijkt.
De geestelijke verzorging was in handen van de predikanten Aude-
bert, Schenk en Ten Ham, de lichamelijke in die van de doctoren
Ries en van Borre en de chirurgijn-generaal Rosa.
De totale sterkte van het Hollandse contingent was 3960 man
voetvolk en 833 ruiters en dragonders2).
Het Engelse werd gevormd door de infanterieregimenten van
Portmore, Stanhope, Stuart en Blood en de dragonders van
Raby (3 eskadrons). Het zou, om de 4000 man vol te maken, wor
den aangevuld met drie regimenten uit Ierland.
Alle genoemde troepen behoorden tot de beste van het geallieer
de legerde Portugese althans lieten zij in gevechtswaarde ver achter
zich. In de Nederlanden werden zij dan ook node gemist.
389
Heinsius aan Hop, 24 Augustus (St.Gl 8217).
2) R.v.St. 1897 'Memorie van oncosten door de Staet gesupporteert, tot den oorloge in Portugal,
sedert May 1703 (als de tractaten met die croon sijn gesloten) tot den 31 December 1706'. Een
'Lijste van de generaals, aangenomen van Syne Majesteit van Portugal' vindt men als bijlage bij een
brief van Fagel aan de St.Gl, Lissabon 23 April 1704 (Reg. secr. br. St.Gl 1704, deel I: St.Gl 4478).