artikel 13 luidt: 'Niet toelaatende, dat de Gevangens in Kelders, gaaten ofte andersints, buy ten behoorlykheyd, beswaarlyk gehouden en gehandeld worden, om daardoor haar meerder rantsoen te doen belooven: 'Ten ware nogtans men kennelyk onderregt wierde, dat den vyand door syn rouw en wreed tractement den onsen tot gelyke oorsake gaaven'. Het blijkt niet dat aan onze zijde van deze laatste clausule gebruik gemaakt is, hoewel de behandeling, die de Fransen de geallieerde krijgsgevangenen deden ondergaan, er gemakkelijk aanleiding toe had kunnen geven. ZEEOORLOG Ter zee waren de krachten te ongelijk dan dat men een ernstige strijd om de zeeheerschappij zou kunnen verwachten. In de Nieuwe Wereld bleef het voorlopig bij een kaperoorlog, wederzijdse aansla gen op havens, plantages en dergelijke ondernemingen. Te land heers te een partijgangersoorlog in de grensstreken tussen Canada en de Britse koloniën, waarin ook de Indianen een rol speelden. In 1702 maakten de Engelsen zich van het Franse eiland Guadeloupe meester. In de Europese wateren openbaarde zich al spoedig de achter stand waarin de Staatse zeemacht in de laatste jaren ten opzichte van de Engelse was geraakt. Met name bleek dit in de vertraging, waar mee de uitrusting van eskaders voor de beveiliging der zee plaats had, en in de te zwakke beveiliging van de haringvloten, wat door z.g. convooiers, meestal gehuurde en zwak bewapende schepen, geschiedde. Een groot nadeel was ook dat de Franse schepen beter bezeild waren dan die van de Republiek, waar de scheepsbouw in deze tijd bij de Britse en Franse ten achter stond. Zo ontmoette een eskader van 12 schepen, oorspronkelijk voor West-Indië bestemd, onder van der Dussen in de Noordzee een Frans smaldeel van slechts vijf schepen onder Duguaytrouin, welke echter dank zij hun betere bezeildheid konden ontkomen. Een tweede eskader onder Almonde, insgelijks van 12 schepen, opereerde te zamen met de vloot van Cloudesley Shovel in de Middellandse zee. Van de voorgenomen ondernemingen (hulp aan de Camisards bij Cette, geleiden van koopvaarders naar Livorno en z.m. actie tegen Sicilië en Napels) kwam alleen de tweede tot uit voering. 394 HOOFDSTUK XIX

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 422