In Italië was, ten gevolge van het mislukken van de Beierse inval
in Tirol, de poging van Vendome, om naar Zuid-Duitsland door te
dringen, verijdeld. Dat Savoye in September de zaak der Bourbons
verliet gaf aan de strijd een nieuwe wending, die al spoedig een
dreigend aanzien kreeg voor de afvallige bondgenoot. Een 4 a 5000
man Savooise troepen werden door Vendome, zodra deze zekerheid
kreeg van de frontverandering, ontwapend en krijgsgevangen ge
maakt; verscheidene steden werden door de Fransen bezet. Slechts
doordat het de Oostenrijkse generaal Starhemberg, door een reeks
van meesterlijke operaties, in Januari 1704 gelukte, een korps van
omstreeks 16 000 man met de hertogelijke troepen te verenigen,
werd voorkomen dat geheel Piëmont de Fransen in handen viel. De
winter bracht voorlopig een toestand van evenwichteen beslissende
uitkomst was hier vooralsnog voor geen van beide partijen te ver
wachten.
Anders was de toestand in Zuid-Duitsland.
Hier liet de situatie zich voor de keizer wel bijzonder dreigend
aanzien. Aan de Bovenrijn had de inneming van Kehl, Alt-Breisach en
Landau de Fransen een sterke positie en waardevolle bruggehoofden
verschaft en bij de Spiers hadden zij een glansrijke overwinning
behaald. De inval in Tirol had weliswaar op de dappere tegenstand
der bergbewoners schipbreuk geleden, doch overigens had de
Beierse keurvorst gelukkig geoorloogd, het belangrijke Augsburg,
Kufstein en Kempten (aan de Boven-Iller) ingenomen en de keizer
lijken bij Hochstadt een zware nederlaag toegebracht. De verove
ring van Passau aan de grens van Opper-Oostenrijk, op 9 Januari
1704, vormde een ernstige bedreiging voor des keizers erflanden,
aan de andere zijde bestookt door invallen van de opgestane Honga
ren, onder aanvoering van de ondernemende Racoczy. Tevergeefs
wendden de gezanten der zeemogendheden hun invloed bij de keizer
aan om hem tot concessies aan de Hongaren te bewegen, welke
concessies hem van een gevaarlijke vijand in de rug zouden kunnen
ontlasten. De keizerlijk-Duitse strijdkrachten, versterkt voorname
lijk door Nederlandse troepen, o.a. het korps van Goor, waren
over tal van fronten verdeeld aan Bovenrijn en Main, in Franken
land, Schwaben, Noord-Tirol en Opper-Oostenrijk; daarenboven
nog in Italië en Hongarije. De Frans-Beierse troepen daarentegen
stonden in een centrale opstelling tussen Donau, Iller en Inn; de
Fransen met go bataljons en 60 eskadrons, de Beieren met 3 g batal
jons en 45- eskadrons. Tallard stond met 30 bataljons en 33 eska
drons in de Elzas; een kleiner korps onder Coigny aan de Moezel.
Het bedenkelijkste van alles was echter de totaal uitgeputte toe-
400