Fransen allerlei schijnbewegingen, welke vermoedelijk ten doel hadden, de bondgenoten werk te verschaften met het bewaken van hun posten en daardoor van ondernemingen af te houden. Trognée, gouverneur van Hoey, ontdekte begin Januari een complot om de stad de vijand in handen te spelen. Enige inwoners werden gearresteerd en een aantal verdachten uit de plaats verwijderd. Een gelijke maat regel trof Noyelles in Luik. Ook voor Bonn was men bezorgd, waar de wallen na het laatste beleg nog steeds niet hersteld waren. De Staten hadden van het slechten der vestingwerken afgezien op voorwaarde dat het Domkapittel van Keulen ze in de oude toestand zou terugbrengen. De heer van Gent, die zich toen te Düsseldorf bevond, kreeg opdracht dit college aan zijn verplichtingen te her inneren. Van belang was, dat Villeroy op 31 Maart en 1 April, onder dekking van een troepenmacht die hij in de loop van Maart had samengetrokken, de in December ten dele geslechte linies bij Wasseige herstelde. Noyelles had, ten gevolge van allerlei zwarig heden welke de Denen en Engelsen maakten om hun kantonnemen- ten te verlaten, geen kans gezien om tijdig een voldoende macht te verzamelen, en moest dientengevolge werkeloos toezien x). Vermelding verdient nog een wapenfeit van de vermetele Franse partijganger de la Croix. Hij had zijn hoofdkwartier in Vianden en maakte vanuit dit roofnest de ganse omtrek onveilig, wat te gemak kelijker ging omdat de partijgangers zich in vijandelijk land voor lieden van de tegenpartij plachten uit te geven. Zo gelukte het hem, in het stadje Woeringen, bekend om de aldaar in 1288 geleverde slag, een afdeling dragonders te overvallen, van wie, althans volgens Quincy, jo man gedood en enige officieren gevangen genomen wer den. Óp de terugweg nam hij uit een kerk, even buiten de poorten van Gulik, een aantal inwoners dier stad als gijzelaars mee, overviel nog een convooi dat deels buitgemaakt, deels vernield werd, en moet zonder een man te verliezen in Vianden zijn teruggekeerd. In Juni van dit jaar deed hij wederom van zich spreken door een com plot om in Keulen de bisschop van Raab, een van de voornaamste tegenstanders van Frankrijk in West-Duitsland, op te lichten. Verraad van een der deelnemers verijdelde het vermetele plan, waaromtrent men nadere bijzonderheden bij Quincy (IV—74 vlg.) kan aantreffen 2). Zoals wij boven zagen, was oorspronkelijk half Juni bepaald als het tijdstip, waarop de operaties aan de Moezel zouden beginnen. Op aandrang waarschijnlijk van de prins van Baden en de Duitse x) Over deze krijgsbedrijvenEur. Mere. 86, 88; Lamberty III-1 213, ££-£7. 2) Lamberty III-7-480. 412

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 440