gebrek aan geschut, eerst na een week bemachtigen. Lauingen bleef
onaangetast en in 's vijands handen. De linies echter, die nu reeds
twee maal tot steun van een vijandelijk leger hadden gediend, werden
met behulp van boeren geslecht.
De ge passeert het gehele leger over een drietal tot het doeleinde
geslagen bruggen de Donau, en legert zich Westelijk van de Lech
bij Mertingen, nog geen 10 km ten Zuiden van de Donau. De 6e
worden de overgangen over de Lech verkend; deze dag komen
eindelijk de 21 eskadrons Deense cavalerie onder de hertog van
Wurtemberg-Oels in het leger. De 7e wordt de graaf van Frise, de
verdediger van Landau in het vorig najaar, aangewezen om zich met
een detachement van 4000 man en 12 stukken van de overgang over
de Lech te verzekeren. Zonder enige tegenstand worden bruggen
geslagen en de rivier overgestoken; een redoute op de vijandelijke
oever vond men verlaten. De volgende dag gaan nog 6000 man over
de Lech, en de 9e wordt Rain verkend, met het oog op het aan
staande beleg. Rain wilde men n.l. tot magazijnsplaats maken voor
de volgende operatiën.
Het zelfde geschiedde met Neuburg, dat de 9e door de vijand
werd ontruimd. De Luneburgse generaal d'Herberville kreeg last,
de stad te bezetten, enkele dagen later gevolgd door de Staatse briga
dier Baldwin met een detachement van ^00 beredenen, die o.a.
opdracht ontving om alle vee uit de omtrek in de stad te brengen.
Voorlopig geschiedde de aanvoer nog steeds van uit Nordlingen;
de Schwabische en Frankische Kreitsen moesten hiertoe de wagens
verschaffen, van welke taak zij zich kweten met de in deze streken
inheemse laksheid.
De 10e gaat het leger over de Lech en kampeert het te Burgh-
heim. Het staat thans op Beiers grondgebied, welk feit werd aange
kondigd door plunderen en branden, 'd'une telle sorte q'on ne
vit que foeu et flammes de toutte part' 1).
De 12e kon men eindelijk aanstalten maken tot het beleg van
Rain; inmiddels waren n.l. enige stukken blegeringsgeschut van
Neurenberg aangekomentot nog toe had het hieraan ten enenmale
ontbroken. Het plan was, de aanval reeds in de avond van de 12e
te beginnen, het werd echter de 1 ge voor het vuur werd geopend.
In die tussentijd waren namelijk enkele belangrijke gebeurtenissen
voorgevallen.
De onderhandelingen met de keurvorst waren ondanks de krijgs
bedrijven feitelijk nimmer onderbroken geweest, en na de over-
443
l) D'Ivoy aan Heinsius, 13 Juli; brieven van Marlborough bij Murray I-341 vlg.