te Aicha, een magazijn opgericht. Voorlopig blijft men hier liggen, in het gezicht van 's vijands kamp, met de Lech tussenbeiden. De stelling van de keurvorst was 'inattaquabel'mondkost was er blijk baar genoeg voorhanden; hij had althans drie weken tijd gehad, er voor te zorgen. De keurvorst was zo verstandig, zijn gunstige positie niet te verlaten; het gevolg lag dus voor de hand: een kortere of ere periode van werkeloosheid 1). Wie allerminst over de gang van zaken te spreken was, was prins Eugenius. De gehele maand door zond hij brieven naar Marl borough om op een krachtiger oorlogvoering aan te dringen, voordat een nieuw Frans leger de krijgskans, die de geallieerden tot nog toe gunstig was, zou doen keren. Volgens hem had Marlbo rough, bij wie, zolang prins Louis van Baden nog met zijn bij Donauwörth gekwetst heen sukkelde, het opperbevel practisch be rustte, dadelijk na de slag een krachtige vervolging moeten inzetten, de vijand geen gelegenheid geven, zich bij Augsburg vast te zetten, hem zo mogelijk aanvallen en, anders, gebruik makend van zijn over macht aan cavalerie, van alle toevoer afsnijden. Daar te Augsburg geen magazijnen waren, zou de vijand in dit geval genoodzaakt geweest zijn, zijn stelling te verlaten en eventueel een slag aan te nemen. Volgens Eugenius had de dood van van Goor de hertog van zijn zelfvertrouwen beroofd; een getuigenis, vleiender voor de reputatie van de Nederlandse generaal dan voor die van Marlborough. Aan Victor Amadeus van Savoye schrijft hij n.l. het volgende: car pour faire a V.A.R. un portrait au juste du Mylord Marlborough: c'est un homme a beaucoup d'esprit, de la bravoure, fort bien intentionnée et grand'envie de faire quelque chose, d'au- tant plus qu'il serait perdu en Angleterre s'il s'en retourne sans avoir rien fait. Avec toutes ces qualités il connoit lui même que dans un jour l'on ne devient pas general, et se méfie de lui-même. Le general Goor qui a été tué a cette affaire, était une espèce d'homme qui ré- gloit sa conduite, et c'est une grande perte dans cette conjoncture, étant un homme de beaucoup de bravoure, de capacité et qui, selon ce qu'on dit, est cause qu'on a attaqué'ce soir, étant tres sur, que si l'on attendait au lendemain, comme la plus part le voulait, l'on aurait perdu la moité de l'infanterie sans réussir. Je m'apercus de la mort de eet homme, voyant Mylord, selon les nouvelles que j'ai, assez incertain dans ses resolutions. L'on s'est flatté que l'électeur se vouloit accomoder. 446 x) 'Feldzüge' VI-429-432 Ivoy aan Heinsius, (Eicka) 20 Juli (Heinsius-archief 920); Hompesch aan id., Grevenburgheim 14 Juli, id. 16 Juli, Aicha 20 Juli, Friedberg, 23 Juli (Heinsius-archief 925).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 476