bij Hochstadt, een nieuwe situatie was geschapen, werd in beide kampen beraadslaagd over hetgeen verder te doen stond. Tussen Tallard en de keurvorst bleek al spoedig verschil van mening te bestaan, gelijk in het algemeen de verstandhouding tussen Fransen en Beieren alles behalve hartelijk was. Maximiliaan wilde van de tijdelijke overmacht gebruik maken om aanvallend tegen het leger bij Friedberg op te treden; Tallard was hier niet voor te vinden, doch verkoos een actie ten Noorden van de Donau tegen Nördlin- gen, de voornaamste magazijnsplaats der geallieerden. Over dit laatste werd men het tenslotte eens. Na te Augsburg een zwakke bezetting te hebben achtergelaten, trekt het verenigd leger de 6e naar Biberbach, 20 km ten N. van Augsburg. Na een paar rustdagen die naar het schijnt weer met het houden van krijgsraden werden doorgebracht, gaat de mars de 9e op Aislingen, ten Z. van Lauingen. De 1 oe wordt bij Lauingen dat, tot ergernis van Eugenius, nog steeds in Franse handen was gelaten, de Donau gepasseerd en wederom de oude stelling tussen Lauingen en Dillingen betrokken Opnieuw deed zich hier het verschil in opinie gevoelen tussen de keurvorst, die naar een snelle beslissing streefde, en dus aanried, tegen het veel zwakkere leger van Eugenius slag te leveren, en Tallard, wiens bedoelingen waren, de Franse troepen te sparen en de veldtocht tot in het najaar slepende te houden. Het resultaat was dat men voorlopig ter plaatse bleef; alleen stemde Tallard er in toe, de 12e een legerplaats bij Hochstadt, 10 km meer Oostelijk, te betrekken, om reden dat men hier gemakkelijker in de behoefte aan fourage kon voorzien. Eugenius namelijk had reeds de 6e het kamp bij Hochstadt verlaten en zich ten Westen van Donauwörth achter de Kesselbach gelegerd, een positie waarin hij hetzij de beloofde versterkingen afwachten of wel over Donauwörth op het bondge nootschappelijk leger kon terugvallen 2). Zien wij thans, welke plannen aan de zijde der geallieerden waren gevormd voor het voortzetten der operatiën, die tot nog toe in het kamp van Friedberg waren vastgelopen. Reeds in de laatste dagen van Juli, toen Eugenius nog ten Noor den van Ulm stond, hadden Marlborough en de prins van Baden in beginsel besloten tot het beleg van Ingolstadt. Een deel van het leger zou zich hiermee belasten, en het overige het beleg dekken tegen Tallard. Eugenius verklaarde zich hiermee accoord; hij was bereid, eventueel zelf het bevel voor Ingolstadt te voeren of, indien 4 S* 'Feldzüge'468, 469; Pelet JJ4. 2) Feldzüge' 474-4 76. Over het bezetten der stelling bij HochstadtTallard aan Chamillart, Hanau, 4 September 1704, bij Pelet IV-^62 vlg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 481