een der beide andere veldheren deze taak op zich nam, zijn leger met het overblijvende te verenigen en gezamenlijk het beleg te dek ken. Ingolstadt was met München, Augsburg en Ulm een van de voornaamste steunpunten van de macht van de keurvorst, en de in neming ervan dus zeker geen onbelangrijke handeling. Na Ingolstadt stelde Eugenius zich voor, Ulm te belegeren, met welker verove ring de keurvorst van zijn Franse bondgenoot zou zijn afgesneden. Op die wijze zou de veldtocht in ieder geval een positief resultaat heb ben opgeleverd, en ontging men het gevaar van in de herfst onver richter zake huiswaarts te moeten keren. Terwijl Eugenius nog in het kamp van Hochstadt vertoefde, kwamen zijn beide medeveldheren overeen, dat de prins van Baden het beleg voor Ingolstadt zou slaan, waartoe de artillerie te Neuburg werd gereedgemaaktMarlborough zou met Eugenius samen het beleg dekken, en omstreeks Rain post vatten x). De 4e Augustus werd het kamp van Friedberg opgebroken en marcheerden Marlborough en de prins van Baden af in de rich ting van Ingolstadt. Die nacht legerden zij bij Koeberg. Van Tallard wist men toen slechts, dat hij ergens ten Zuiden van Ulm stond. De volgende dag werd de mars voortgezet tot bij Schrobenhausen en Hohenwart. De 6e begaf de prins van Baden zich naar Neuburg om te zorgen voor het bijeenbrengen der artillerie en verdere benodigd heden voor het beleg. Des avonds van die dag kwam Eugenius, die, nadat hij orders had gegeven om het kamp aan de Kesselbach te be trekken, zijn troepen was vooruitgesneld, in de legerplaats aan voor het bespreken van de verdere maatregelen. Van de prins van Baden kwam die avond bericht, dat alles voor het beleg gereed was, en dat hij reeds een detachement van 800 be- redenen had uitgezonden om de stad te berennen. In de avond van de 7e keerde hij in het kamp terug. De je werd doorgebracht met uitgebreide verkenningen van het terrein tot aan de Lech, ongetwijfeld met het oog op het kiezen van een geschikte opstelling tot dekking van het beleg. Van Tallard wist men die dag, dat hij de 3e te Augsburg was aangekomen, en dat zijn leger, verenigd met dat van de keurvorst, Noordwaarts was gemarcheerd tot bij Biberbach. De 8e werd het leger, blijkbaar als uitvloeisel van de de vorige dag gehouden verkenningen verplaatst van Schrobenhausen naar Sandizell, iets meer in de richting van Neuburg. De 9e splitste zich het legerde prins van Baden trok met 23 ba taljons en 31 eskadrons, dus omstreeks 15 000 man, naar Neuburg, 4ü2 x) 'Feldzüge' VI-464-465; Marlborough aan Harley, 31 Juli en 3 Augustus bij Murray resp. 380, 384.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 482