Bij Sonderheim viei ook Tallard met een aantal andere officieren de vervolgers in handen; hij was tweemaal, hoewel niet levensge vaarlijk, gewond en kreeg voorlopig een plaats in Marlborough's koets. Aan de andere zijde van het slagveld wisten Marsin en de keurvorst zich zonder belangrijke verliezen van de vijand los te maken en in vrij goede orde de terugtocht naar Morslingen te volbrengen. Dicht bij deze plaats had het terugtrekkend leger nog een aanval te verduren van een deel der Engels-Nederlandse cavalerie, dat de vervolging had voortgezet. Een paar bataljons werden omsingeld en waren op het punt, krijgsgevangen te worden, doch werden te rechter tijd door de eigen cavalerie bevrijd. Overigens maakte de invallende duisternis hier een einde aan de strijd. De keurvorst en Marsin hadden dus, wat hun leger aangaat, niet te klagen; zelfs brachten zij een dertigtal veroverde vaandels en standaarden uit de slag mee. Tot de gesneuvelden aan hun zijde behoorde echter de dappere Blainville, die na de slag aan zijn verwondingen stierf. Wat de slag eerst recht tot een ramp maakte was het verloren gaan van de gehele infanterie van Tallard. Behalve enige bataljons die zoals wij zagen in het open veld werden vernietigd, behoorden hier toe de 27 bataljons en 12 eskadrons onbereden dragonders in Blen heim. Wel had de bezetting de verdere aanvallen van de brigades van Cutts afgeslagen, maar de verwarring was onbeschrijfelijk, en van een geregelde bevelvoering blijkbaar geen sprake. Alleen hier door laat het zich wellicht verklaren, dat de luit.-generaal Clerem- bault omstreeks 4 uur zijn troepen verliet en niet terugkeerde. Later bleek, dat hij zich in de Donau had verdronken Voorlopig was nu alle commandovoering zoek; eerst later nam zijn opvolger, de Blanzac, het bevel op zich. In deze toestand werd het dorp omsingeld door de infanterie van Churchill en de van de vervolging terugkerende ruiterijwaarbij zich al spoedig enige artil lerie aansloot, gereed om de weerloze massa met granaten te over stelpen. Kleine afdelingen, die trachtten uit te breken, werden neergehouwen of gevangen gemaakt. Een bestorming van de batal jons van Ingolsby en Orkney werd, nadat de aanvallers reeds tot het kerkhof waren doorgedrongen, teruggeslagen, doch dit bracht geen wijziging in de wanhopige toestand. Toen Churchill terwijl het dorp reeds op verschillende plaatsen in brand stond, de overgaaf eiste, werd tot parlementeren overgegaan, en nadat Blanzac zich 4.66 Tallard aan Chamillart, 4 September (Pelet p. $68) 'La tete qui tourna aM.de Clerembault, qui prefera a se noyer a rester a son poste, est cause que, sa mort etant arrivé a l'insu de M. de Blanzac et autres, l'on n'a point pris, dans le village, öu etait l'infanterie, les parties qu'il yaeua prendre'.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 498