twijfeld minder gelukkig; door de hardnekkige aanvallen op de rechter vleugel echter is Marsin verhinderd geworden, troepen naar de plaats waar de doorbraak dreigde, af te zenden. Karakteristiek voor de toenmalige wijze van bevel voeren is, dat Marlborough zowel als Eugenius persoonlijk op allerlei plaatsen in de strijd ingrijpen; zo vindt men ook van Willem iii vermeld, dat hij zich steeds bevond 'waar het gevaar het grootst was'. Napo leon placht de slag te leiden van af een centraal punt, waar hij het slagveld kon overzien, hield verbinding door middel van zijn or donnansen, en oefende hoofdzakelijk invloed uit door het inzetten van zijn reserve. In deze tijd, waar de algemene reserve nauwelijks een rol speelt, zien wij de veldheren, waar het pas geeft, als brigade commandant optreden, dan hier, dan daar de zaak redderen en door hun tegenwoordigheid de troepen bezielende leiding maakt nog telkens plaats voor aanvoering. Het ontbreken van een sterke algemene reserve drukt meer dan iets anders zijn stempel op de toenmalige veldslagen. Ook de slag bij Hochstadt stond, afgezien van colonnes die gevormd werden voor het bestormen van steunpunten als bij Blenheim, in het teken der lineaire tactiek. Tallard had slechts het regiment La Yalliere van 7 eskadrons naar hij zegt als 'une sorte de reserve'. Het heeft geen belangrijke rol gespeeld, en op het critieke moment waren geen strijdkrachten beschikbaar om de ontstane gapingen te dichten, wat het verlies van de slag ten gevolge had. Bij de geallieerden bestond zij uit 23 eskadrons keizerlijke cava lerie. Enige eskadrons hiervan zijn naar het schijnt ten Zuiden van Oberglauheim gebezigd om een aanval van de cavalerie van Marsin af te slaan, doch overigens zoekt men te vergeefs waar en hoe dit korps eigenlijk is gebruikt. Sommige schrijvers vermelden het in het geheel niet, en het inzetten ervan is zeker niet het evenement van de dag geweest. Het allervoornaamste resultaat van de slag bij Hochstadt was, dat Beieren als bondgenoot van Lodewijk xivhad afgedaan. Het gevaar, dat de keizer door een aanval op zijn erflanden tot het verlaten der Grote Alliantie zou worden gedwongen, was voorgoed verdwenen. Hiermee verloren ook Zuid-Duitsland en de Bovenrijn een groot deel van hun betekenis als oorlogstoneel, welke op de Zuidelijke Nederlanden en Italië zou overgaan. Het was de eerste der grote rampen, die de Zonnekoning van zijn voetstuk zouden doen dalen, en aan Europa de zo vurig gehoopte veiligheid en vrede schenken. Maar eer het zover was zouden nog vele duizenden op het veld van eer het leven moeten laten. 470

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 502