voor het voorgenomen offensief te beschikken. Het voornemen was dan ook, na het overgaan van Landau de veldtocht met de ver overing dezer steden te besluiten x). Het beleg der vesting hield, tegen de verwachting, zo lang aan, dat Marlborough er ten slotte de voorkeur aan gaf, niet tot de af loop te wachten met de operatie aan de Moezel. Op 16 October, toen op de val der stad nog in de verte geen uitzicht bestond, gingen de eerste troepen op mars: een voorhoede van 2 bataljons en 3 es kadrons dragonders vertrok met 2 stukken geschut onder commando van Hirzel naar Homburg. De 19e volgde de artillerie, bestaande uit 14 kanonnen en 4 houwitsers onder de kolonel Blood, met een escorte van 3 bataljons; de 20e 22 bataljons infanterie onder de luit.-generaal Scholten, de 2 2e 48 eskadrons onder de beproefde aanvoering van Hompesch. De 26e waren deze troepen op het rendez-vous te Homburg verenigd. Marlborough, die de 23e het kamp te Weissenburg had verlaten, nam het bevel over het gehele detachement op zich. Het bestond overwegend uit Nederlandse of in Nederlandse dienst staande troepen, daar de Engelsen en Lune- burgers met 8 Hessische eskadrons te Weissenburg waren gebleven. Omdat men niet met zekerheid wist met welke strijdkrachten de vijand aan de Moezel zou optreden, waren reeds in het begin der maand 10 bataljons en 6 eskadrons van het leger van Ouwerkerk ontboden om het detachement te versterken. Deze werden in de Zuidelijke Nederlanden vervangen door een 9-tal Engelse bataljons, waarvan er reeds 19 September naar Nijmegen waren vertrokken tot het begeleiden van krijgsgevangenen, terwijl 4 andere op 13 October naar Germersheim marcheerden en vandaar per schip ver voerd werden. Deze vervanging was geregeld in overleg tussen Marlborough en Dopf, die hiervoor begin October uit het leger van Ouwerkerk naar Weissenburg was overgekomen 2). Sinds de 2^e October en volgende dagen marcheert het detache ment van Homburg over St Wendel, Hermeskeil naar Nonweiler, niet ver van Trier. Hier kwam reeds een deputatie uit de regering de stad overgeven; alleen het kasteel was nog door 300 Fransen bezet. Bij de nadering van het leger op de 29e namen deze zonder tegenweer de wijk, na hun munitie en een voorraad koren in de Moezel te hebben geworpen. 476 Reeds op 3 September stond het besluit er toe vast: Hompesch aan Heinsius, Eppingen 3 Septem ber 1704 (Heins. arch. 92^). 2) Bulletins bij Murray 13, 17, 20, 26 October 1704. Over het detachement uit Brabant: Ged. te Velde a.d. St.Gl, leger te Serraiz le Chateau, 25 September met bijlagen (consideratiën, samenstel ling en marsregeling); id. leger te Borgloon 16, 20 October met rapport van Dopf van 19 October (St.Gl 7154).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 508