D'Alegre, die het korps van de inmiddels overleden Coigny
had overgenomen, had nog getracht de geallieerden in Trier vóór te
zijn, doch had zich, op het vernemen dat hun voorhoede reeds in
de stad was, teruggetrokken.
De ie November betrok de cavalerie een kamp bij Consaarbruck,
op io km ten Z.W. van Trier, nabij het punt waar de Saar in de
Moezel valt. Van hieruit moest zij de stad dekken, terwijl deze door
veldwerken in staat van verdediging zou worden gebracht. Dezelfde
dag gaf Marlborough de bevelen uit voor de winterkwartieren,
en vervolgens begaf hij zich op weg naar Trarbach om de voorlopige
verkenningen te verrichten voor het beleg, waarover de erfprins
van Hessen-Kassel het bevel zou voeren, en de 10 bataljons in
ogenschouw te nemen, welke inmiddels van de Maas waren aange
komen. Nadat de genoemde verkenningen waren verricht en voor
lopige bevelen voor het beleg waren gegeven, vertrok Marlbo
rough de 4e naar het kamp voor Landau, waar hij de 6e 's avonds
aankwam r).
De voor het beleg bestemde artillerie, uit ongeveer 30 zware
stukken bestaande, werd van Coblenz te water aangevoerd door de
zorg van de aartsbisschop van Trier. Zij moet omstreeks de 6e te
Enkirch boven Trarbach ontscheept zijn, en het in batterij brengen
der stukken moet, gezien de bergachtige omtrek, geen gemakke
lijke taak geweest zijn. De technische leiding van het beleg was op
gedragen aan de bekwame en dappere Trognée, die zich reeds voor
Luik, Hoey en Limburg bij een soortgelijke taak had onderscheiden.
Overigens was het beleg, wat de tijdsduur betreft, evenals dat van
Landau een grote tegenvaller. De stad, waarvan het kasteel de voor
naamste sterkte uitmaakte, werd verdedigd door yoo man onder
de Bard. Nadat deze was gesneuveld werd het bevel overgenomen
door du Claux, die gewond werd door een bomscherf, doch niet
temin de verdediging met kracht bleef leiden. De 16e volgens
Franse berichten de 18e opende de belegeringsartillerie, in drie
batterijen van resp. 18, 4 en 7 stukken opgesteld, het vuur met
kogels, bommen en 'mindere vuurtuigen' en, naar vermeld wordt,
met geduchte uitwerking. De 21e werd een bestorming onderno
men door 200 grenadiers en twee bataljons; de stad werd welis
waar spoedig genomen, doch het opklimmen tegen de rotsen,
waarop het kasteel lag, mislukte door het 'afgrijselijk' vuur der ver
dedigers, en met achterlating van een aantal doden moesten de aan
vallers wijken.
477
l) Bulletins bij Murray 29, 31 October, 3, 7 November.