Voorts had Marlborough opdracht, de bemiddeling van de Zee mogendheden, Denemarken en de keizer aan te bieden tot het be werken van een vrede tussen Zweden en Polen. Met de hulptroepen slaagde de hertog naar wensvan bemidde ling in de Noordse Oorlog kwam voorlopig niets. Daarentegen heeft Marlborough's zending er ongetwijfeld toe bijgedragen, de Pruisische koning ten opzichte van zijn bondgenoten in 'good humour' te houden, waartoe enige aansporing zeker niet overbodig was. Het door de jongste overwinningen in hoge mate toegenomen prestige van de Britse veldheer zal hem bij dit alles, naar men mag aannemen, in niet geringe mate te stade zijn gekomen. Te Berlijn vertoefde Marlborough van 22 tot 29 November. Op de terugreis bleef hij enkele dagen te Hannover en confereerde hier met de keurvorst. Te Deventer gekomen, reisde hij, op her haalde uitnodiging van zijn 'vrienden' te Amsterdam, naar de mach tige handelsmetropool. De 12e December was hij in Den Haag, de 22e vertrok hij van Rotterdam naar Engeland, waar hem een jube lende ontvangst ten deel viel, evenals reeds te Amsterdam en Den Haag had plaats gevonden De winter betekende voor Marlborough een aaneenschakeling van eerbewijzen, feesten en plechtigheden. De Tories, die de hertog en zijn medestander Godolphin wel gaarne de voet hadden gelicht, moesten tot hun leedwezen constateren, dat de kansen hierop voorlopig tot het nulpunt waren gedaald. Onder de evenementen, waarvan Londens burgerij getuige was, was een der belangrijkste, dat de veroverde 34 standaarden en 128 vaandels onder groot militair vertoon van de Tower werden over gebracht naar het paleis van Westminster, waar zij tot een blijvende herinnering aan de behaalde zegepraal werden opgehangen. Ongeluk kigerwijs bevonden zich hieronder ook de vaandels en standaarden, welke de Nederlandse troepen hadden veroverd, en die Hompesch op verlangen van Marlborough had afgegeven onder belofte, dat deze een deel in Den Haag zou achterlaten. Hompesch kreeg hierover een scherpe, doch niet onverdiende terechtwijzing van de Raad van State te incasseren. Hij schreef toen naar Londen om de hertog aan zijn belofte te herinneren, maar de trofeeën waren in Engeland en zij bleven er. Voor onze generaals een waarschuwing om voortaan wat meer voorzichtigheid met 's Lands zegetekenen te betrachten 2). 479 1) Brieven van Marlborough aan Harley, Frankfort 1Novemberaan Hedges id.aan Harley, Berlijn 25-, 28 November; aan Heinsius id. 29 November; aan Harley, Hannover 4Decemberid. Den Haag 12 December alle bij Murray, I-£39 vlg. In Amsterdam logeerde Marlborough ten huize van Nicolaas Witsen. Over het tractaat met Pruisen vooral Lamberty IU-457 vlg. 2) Lamberty III-4£ 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 511