mouvements de la grande sur celle qu'elle peut faireIn het grote leger was men, in de krijgsraad van 18 Juni, reeds tot dezelfde conclusie gekomen. Ten slotte begonnen beide legers hun operatie op i Juli: Trog- nee marcheerde die dag uit het kamp van Moll om zich langs een grote omweg over Houthalen, Bilsen en Lens naar het verzamelpunt te Hanneffe te begeven, terwijl Sparre dezelfde dag het kamp van St Donaas verliet. Laatstgenoemde kampeerde die dag ten Zuiden van Middelburg, ging de 2e over de Lieve, en trok op Male. La Mothe bleef defen sief in een stelling achter het kanaal Brugge-Damme. De 3e heeft dan het bombardement van Brugge plaats. Zes uur lang worden granaten en gloeiende kogels in de stad geworpen, welke volgens het verslag van Sparre op 4 a 3 plaatsen brand veroorzaakten. Door de zorg der geestelijken, heet het, werden deze branden geblust. Het kwam in die tijd meer voor, dat de geestelijken bij een beleg de zorg voor de brandweer op zich namen, o.a. bij de aanval op Brussel in November 1708. Had Sparre over meer troepen en zwaardere artillerie beschikt, schrijft hij, dan had hij de stad gemakkelijk kunnen nemen. Zeker is, dat het bombardement slechts weinig schade heeft aangericht; wij vinden echter vermeld, dat de voort zetting ervan voor 600 000 gulden door de stad is afgekocht; deze zijn dan het enig tastbare resultaat geweest van deze weinig specta culaire veldtocht. Dezelfde dag nog trekt Sparre terug op Mal- deghem. Het voornemen van Sparre was, om na Brugge nog Gent te bombarderen. Enige versterking van troepen was echter in geval men hiertoe overging niet overbodig. Ingevolge een besluit, geno men in het grote leger nadat aldaar op 28 Juni de gedeputeerden Oelepas (Rouwenoort) en Geldermalsen en de luit.-generaal Salisch waren aangekomen, scheepte laatstgenoemde zich de je Juli te Bergen op Zoom in met de regimenten van Heide en Osna- brugge; de 6e landde hij te Sluis. Een der eerstvolgende dagen verplaatste het leger zich naar Bassenvelde en Oost-Eeckloo. Brug-, gen werden geslagen over het kanaal Ter Neuzen-Gent. Dit laatste scheen op een onderneming tegen Gent te wijzenla Mothe trok dan ook derwaarts met het gros van zijn mobiel legertje. De 11e had men te Bassenvelde bericht van het mislukken van het 'dessein' van het grote leger op de linies* Sparre, Salisch en Lauder beraadslaagden nu over hetgeen verder te doen stond. Be sloten werd tot een aanval op de linies bij Antwerpen, met het doel, deze te slechten en het land er achter onder contributie te stellen. 491

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 525