sers. Men mag aannemen, dat dit het geschut is, dat voor het bom
bardement van Namen is gebruikt. In allen gevalle echter vreesde
Bedmar voor een beleg, en in verband hiermee voor een Maas
overgang tussen Namen en Dinant. Hij zond om deze reden drie
eskadrons dragonders naar Dave, aan de Maas ten Zuiden van
Namen, met opdracht aldaar een verschansing op te werpen, en
tevens een brigade infanterie en een dito cavalerie naar Bouges,
even ten Oosten van Namen, om zo nodig insgelijks tot verdediging
van het Maasvak Namen-Dinant te worden ingezet.
De keurvorst van Keulen, die nog steeds te Namen verblijf hield,
vond het veiliger, de stad te verlaten en zich te Maubeuge te vesti
gen, 'avec plusieurs dames', zegt Lamberty.
Vertrouwende, dat door de laatste marsen de aandacht van de
tegenstander grotendeels op Namen was gevestig, wilden Ouwer-
kerk en zijn generaals een derde poging doen tot het forceren der
linies, en wel Noordelijker dan de vorige keren, n.l. bij Heylissem,
waar men wist dat zij onbezet waren. TrognÉe, in deze streken
goed bekend, zou de stelling wederom het eerst binnendringen,
en wel in de nacht van 19 op 20 Juli. De 16e reeds ontving hij
orders, om in stilte een detachement van 4 a 6000 man, bestaande
uit ruiterij met grenadiers 'en groupe' d.i. achter op het paard, te
verzamelen bij Montenaken, ongeveer 10 km van Heylissem. De
18e werd nog, waarschijnlijk tot misleiding van de vijand, een ver
kenning verricht naar Bonneville, in de richting van Namen.
De 19e 's avonds 8 uur, zou het leger afmarcheren. Daar de af
stand tot Heylissem een 40 km bedroeg, kon behoudens onvoor
ziene tegenspoed in allen gevalle een sterke cavaleriemacht tijdig
ter plaatse zijn, en in afwachting van de komst der infanterie de
eerste te verwachten aanvallen afslaan. Hoewel die dag de toegangen
tot het kamp zorgvuldig gesloten waren gehouden, scheen de vijand
toch bespeurd te hebben, dat er iets gaande washij zond althans
enige eskadrons naar Meffle, 'besettende alle defilées rontom onse
rechtervleugel, om ons van nabij te observeren'.
Er rustte dit jaar geen zegen op de pogingen tot het forceren der
beruchte linies. Toen de ruiterij op het punt was, op te stijgen,
kwam een spion berichten, dat de linie bij Heylissem door zes ba
taljons van het detachement van Deynse, dat, zoals men weet, te
Jandrain lag, was bezet.
Een uur later berichtte een deserteur hetzelfde, en bovendien
dat twee regimenten dragonders bij de abdij van Heylissem stonden.
In een hierop gehouden krijgsraad werd besloten, van de expeditie
ai te zien, 'dewijle het secreet de basis was van de onderneeming'.
495