heid. Keppel schrijft zelfs op 7 Augustus, dat in de gehouden krijgs
raad allen tegen de aanval zijn, tot groot ongenoegen van Ouwer-
kerk. Men achtte het tij verlopen nu d'Alegre, met naar men zei
16 bataljons en 14 eskadrons, juist op het strijdtoneel was versche
nen, en vreesde dat, ook al zouden de linies worden genomen, men
wegens de te verwachten verliezen, zo zwak zou zijn dat men ze
weer met schade en schande zou moeten verlaten. Keppel is weer
uiterst somber gestemd wat het krijgsbeleid aangaat; hij vreest, dat
Ouwerkerk het leger door zijn eigenzinnigheid in een nederlaag zal
slepen. Weinig vleiend zegt hij van de veldmaarschalk: 'le pauvre
homme nous embarasse, et il s'embarasse beaucoup lui même'.
Dopf, Dompré en Heukelom noemt hij daarentegen als bekwame
aanvoerders. Dat onder de door hem geschetste omstandigheden
van een aanval niet is gekomen, zal geen verwondering baren
Bedmar was uit de aard der zaak op de aanval bedacht; hij ver
plaatste zijn hoofdmacht iets Noordwaarts, tussen Wasseige en
Jauche, en liet door gedetacheerde troepen de linies bezetten tot
bij Heylissem. D'Alegre kwam juist de 7e met 12 bataljons en 10
eskadrons te Bonneffe aan de Mehaigne, en vormde de rechter
vleugel van zijn leger. Overwogen werd, aan Franse zijde, nu men
deze versterking had ontvangen, uit de linies tot de aanval over te
gaan, welk plan verworpen werd om reden dat men om uit de
linies te deboucheren, deze voor een deel zou moeten slechten, en
dat ook dan nog een eventuele terugtocht bezwaarlijk zou zijn. De
koning keurde dit negatieve besluit goed, doch wenste, dat men de
vijand door sterke detachementen cavalerie zou verontrusten. Van
enig resultaat hiervan bemerkt men weinig.
Na vier dagen vertoeven tegenover de linies breekt Ouwerkerk
de 10e op; het leger wordt in Noordelijke richting verplaatst naar
Vellem, en komt met de rechter vleugel bij Halmael, niet ver van
St Truyen, de linker bij Gingelom. Bedmar volgt de beweging door
zijn hoofdkwartier te verplaatsen naar Fleylissem; het Franse leger
bezet de stellingen van Jauche tot Leeuw. In deze posities blijven de
beide legers tot eind Augustus, zonder dat iets van betekenis voorvalt.
De 20e werd de tijding van de overwinning bij Hochstadt ontvan
gen. Zij verwekte bij de Fransen enige 'consternatie', wat men in het
leger van Ouwerkerk kon bemerken aan de toenemende desertie.
Dat men zo dicht tegenover de vijand bleef liggen had ten doel, de
Fransen in hun linies vast te houden en voorts het fourageren buiten
de linies tegen te gaan. De Fransen werden althans tot omvangrijke
x) Ouwerkerk a. d. St.Gl 8 Augustus; Keppel aan Heinsius, kamp te Lens Les Beguines 7 Augustus.
50 I