Over deze drie punten werd de 24e October in het kamp te Borgloon krijgsraad gehouden. Het antwoord luidde op alle drie de vragen ontkennend. Voor het beleg van Sand vliet kon men geen troepen missen; dit beleg kon, vond men, beter tijdens de winter door de garnizoenen van Bergen op Zoom en Breda geschieden. Wat het bezetten van Tongeren aanging, hiervan zou men meer last dan voordeel hebben, daar bij iedere bedreiging van deze plaats de garnizoenen aan de Maas zouden moeten uitrukken om de bezetting bij te springen. En wat het aanvallen van de linies betreft, was men waarschijnlijk van oordeel, dat hiermee in de loop van het jaar ge noeg ervaring was opgedaan. Dezelfde dag werd aan de Staten de 'Provisioneele dispositie voor de winterkwartieren' toegezonden. Twee dagen later verlieten de gedeputeerden het leger, nadat zij de hiervoor nodige toestemming der Staten bij resolutie van de 21e hadden ontvangen; 3 November waren zij in Den Haag terug De 7 e November breekt het leger van Borgloon op en betrekt het zijn laatste kampement. Het is het verschanste kamp van Loen of Hautain, waar de veldtocht in het voorjaar was begonnen. De troe pen ondervonden reeds danig de invloed van het natte jaargetijde meeste tenten waren verrot, er was gebrek aan stro, en onvermijde lijk steeg het aantal zieken. De enige reden, waarom het leger nog niet uiteenging was, dat de Fransen zulks ook nog niet deden en nog wel eens een aanslag b.v. op Hoey in de zin konden krijgen. Maar de soldaten voelden niet zozeer deze noodzakelijkheid aan den lijve als wel de nattigheid, koude en vochtige najaarsmist. Gelukkig begon de vijand de 13e November, zijn leger te 'separeren'de 23e ging ook het Nederlandse uiteen. Een belangrijk contingent kan- tonneerde in de dorpen langs de Maas, van Luik tot benoorden Maastricht. Voorts lagen sterke garnizoenen in deze beide vestin gen; in Hoey 3 bataljons en 2 eskadrons. De Engelsen hadden reeds eerder de winterkwartieren betrokken, als steeds in de Noord- Brabantse steden 2). De veldtocht was hiermee geëindigd. Zij liet een algemene malaise- stemming achter, wat, gezien het povere resultaat niet te verwonde ren is. Met een uitstekend en overmachtig leger Albemarle zegt: 'nous sommes fort supérieur avec les plus belles trouppes du monde'- had men niet anders gedaan dan een schijnoorlog voeren. De schuld Verbaal v. d. Ged. te Velde 1704 (St.Gl 8220), waarin extract notulen St.v. Zeeland 22 Septem ber 1704; Ged. te Velde a. d. St.Gl, Borgloon 24 October (St.Gl 7154). 2) Ouwerkerk a. d. St.Gl, kamp te Borgloon 27, 30 October 1704; id. kamp te Loen 10, 17 No vember; id. Maastricht 24 November; Keppel aan Heinsius, Borgloon 6 October, 3 November, 17 November 1704 (Arch. Heins. 928). £06

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 540