deel zich opnieuw bij Portsmouth, terwijl een ander deel naar de havens aan deze zijde der Noordzee terugkeerde, en hier overwin terde. Zo werd het regiment Noyelles ingekwartierd op Texel, waar onze krijgslieden het lang niet slecht hadden, althans volgens de vaandrig De Vooght van Rynevelt, die, onder de titel 'Historie van den oorlog in Spanje en Portugal', een interessante, hoewel weinig bekende beschrijving van de strijd op het Iberisch schiereiland, in het bijzonder wat aangaat het aandeel der Hollandse troepen er aan, heeft gegeven x). Half Januari stak de vloot, onder bevel van Rooke wat de Engelse- van Callenburgh, Wassenaer en van der Dussen wat de Nederlandse schepen aangaat, opnieuw in zee. Na enige dagen werd zij evenwel door een hevige storm naar het Kanaal terug gedreven, waar zij wederom op de ree van Spithead ankerde. De 24e Februari koos het grootste deel der scheepsmacht, waar van 14 Britse en 9 Staatse linieschepen de kern uitmaakten,op nieuw het ruime sop, en ditmaal kwam men, na een voorspoedige reis, de je Maart voor de Taag. Karel iii werd met groot ceremo nieel en vreugdebetoon ontvangen. De 16e Maart debarkeerden de troepen, bestaande uit 18 batal jons en i£ eskadrons, waarvan resp. 6 en g Hollandse; totaal een 12 000 man. Portugal zou volgens het gesloten verdrag 28 000 man leveren, doch in werkelijkheid waren nog geen 1 j 000 man onder de wape nen. Erger nog was, dat het Portugese leger, ten gevolge van lang durige vredestoestand, grote leemten en gebreken vertoonde. De in fanterie zo wordt meegedeeld, was nog voor de helft met pieken bewapend, en bezat nog geen grenadiers. Tenten ontbraken; de soldaten behielpen zich door met behulp van hun furket en mantels een soort bivaktentjes te maken. De ruiterij, zegt Rynevelt, 'be stond in troupen of kompagniën, waar van eenige pistoolen hadden, andere geen karbynende eene had een hoed, een anderen een muts, en in allerly kleuren gekleet; zoo dat men hen veel eer voor een bende struikrovers hadde aangezien, dan voor geoeffent krijgsvolk'. Met de artillerie was het niet veel beter gesteld. Zij bestond al- Voor de onderstaande beknopte beschrijving van de oorlog in Portugal is van de volgende werken gebruik gemaakt De reeds in de tekst genoemde 'Historie van den oorlog in Spanje en Portugal' van C. G. De Vooght van Rynevelt, Amsterdam 1740, 2 dln w.v. Dl I-62-108. 'Feldzüge des Prinzen Eugen von Savoy en', Bd. VI, bewerkt door de kapitein Gustav Ratzenhofer, aangehaald als 'Feldzüge', p. 664-718. Berwick, 'Mémoires', Dl I-225-275;. Quincy Dl IV-400-420, geeft veel bijzonderheden van Franse zijde doch is, in tegenstelling tot Ber wick, geheel oncritisch. Een zeer goed overzicht vindt men voorts in het 'Oestreichische militarische Zeitschrift'1836, Bd. 1, Zweites Heft, p. 123-175-, van de hand van de majoor J. B. Schels. £09

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 543