van te voren naar Madrid om de voorbereidingen tot een veldtocht
te treffen, welke voornamelijk bestonden in het aanleggen van maga
zijnen en het organiseren van het treinwezen. De i je Februari kwam
Berwick in de Spaanse hoofdstad aanPhilips v benoemde hem tot
kapitein-generaal. Nadat onder dagtekening van 30 April de oorlog
was verklaard aan de koning van Portugal en aan aartshertog Karel
van Oostenrijk, vingen 1 Mei de vijandelijkheden aan, waarbij niet
de geallieerden, zoals zij zich hadden voorgesteld, maar Frankrijk
en Spanje de aanvallende partij waren 1).
Dit laatste was, behalve om zuiver strategische redenen, nog in
ander opzicht van belang. Bij de geallieerden heerste de stellige
verwachting, dat bij het eerste verschijnen van hun troepen op
Spaanse bodem de massa des volks de zijde van de Habsburgse koning
zou kiezen. Vooral de voorspiegelingen van de naar Lissabon uitge
weken Admirant van Kastilië 2) werkten deze veel te optimistische
verwachtingen in de hand. Thans was, door het Frans-Spaanse offen
sief, niet alleen de kans op een opstand reeds in de wieg gesmoord,
doch bovendien de bewoners der aangrenzende streken vertrouwen
ingeboezemd in de kracht en de bescherming van de wapenen van
Philips v en zijn machtige bondgenoot.
Het veldtochtsplan was overigens geheel in 18e eeuwse stijl:
geen oprukken met vereende krachten langs de kortste weg naar
Lissabon maar vijf invallen op even zoveel verschillende plaatsen.
Het hoofdleger, ter sterkte van ongeveer 2 j bataljons en 40 eska
drons, waarbij koning Philips v zich bevond, zou, met Alcantara
als uitgangspunt, Portugal ten Noorden van de Taag binnentrekken,
de naburige vestingen innemen en het land bezetten tot Villa
Velha. Een tweede leger onder de prins van T'serclaes de Tilly,
die wij evenals Berwick reeds in de Nederlanden ontmoetten zou
ten Zuiden van de Taag invallen, Castel da Vide en Portalegre in
nemen, op Niza trekken, en vandaar verband opnemen met het
eerstgenoemde leger, via een brug die bij Villa Velha zou worden
geslagen. Vervolgens zou men gemeenschappelijk op Abrantes
aanrukken. De verdere krijgsverrichtingen zouden afhangen van
de handelingen van de vijand, het terrein, waarvan men weinig
afwist, en van de vraag, hoever het jaargetij inmiddels gevorderd
zou zijn.
Een derde inval zou met 1 j eskadrons geschieden aan de kant van
Almeida door de 'gouverneur des armes' van Oud-Kastilië, don
x) De oorlogsverklaring van Philips V in de Europ. Merc., 2e deel, p. 151publicaties van Karei
(m) aid., ie deel 294 vlg., 2e deel 153 en 156-177.
2) Don Juan Thomas Henriques de Cabrera.
£12