Francisco Ronquillo, aan wie de Franse maarschalk Joffreville was toegevoegd, een vierde door de markies van Villadarias, gouverneur van Andalusië, ten Zuiden van die van T'serclaes, en een vijfde door de hertog van Hijar van uit Calicië in de provincie Tras os Montos x). De 3e Mei kwam de koning te Alcantara bij het door Berwick aangevoerde hoofdleger; de 4e begon de opmars. Het succes was boven alle verwachting. De grens vestinkjes Salva- tierra, Segura, Pena Garcia, Rosmaninhal, en enige andere, werden alle door de Portugese bezettingen binnen een, twee of drie dagen overgegeven. Idanha Nova en Monsanto werden stormenderhand genomen. Hoewel geen van alle op moderne wijze versterkt, had den zij toch, alleen reeds door een beschieting met artillerie af te wachten, aanzienlijk oponthoud kunnen bezorgen. Volgens inlich tingen, waarover Fagel beschikte, hadden de Fransen slechts 9 stukken en 3 mortieren; zij behoefden ze echter nagenoeg niet te gebruiken. Grote ontsteltenis heerste natuurlijk in Lissabon. Een veldleger was aan Portugese zijde niet aanwezig; alles was in kleine detachementen opgelost. Van de Nederlandse troepen stonden, toen de inval plaats greep, de bataljons van Welderen en Noyelles bij Guarda; de vier overige onder Fagel bij Castel Branco, een belangrijk punt in de hoofdaanvoerweg, die van Abrantes over Villa Velha naar Guarda en Almeida liep. De stad was slechts door een antieke muur zonder gracht omringd; tegen de muur gebouwde huizen en dominerende kerktorens buiten de stad verminderden nog de verdedigbaarheid. De Nederlandse ruiterij schijnt op verschillende plaatsen bij de Portugese te zijn ingedeeld geweest. De vier bataljons van Fagel, waarbij enige cavalerie, waren de enige hinderpaal voor de vijand op de weg naar Abrantes. Allerwege vroeg de Hollandse generaal om bijstand, doch overal werd hij met mooie woorden afgescheept. Van een ernstige verdediging van Castel Branco kon onder deze omstandigheden geen sprake zijn, en evenmin van het opnemen van de strijd tegen de Frans-Spaanse hoofdmacht; de enige mogelijk heid was het voeren van een vertragend gevecht, in de hoop dat inmiddels aanrukkende Portugese troepen het evenwicht zouden herstellen. Tot overmaat van ramp was Fagel nog genoodzaakt, zijn kleine macht in tweeën te splitsen. Van Castel Branco voerden namelijk twee wegen naar Abranteseen Noordelijke over Sarzedas, Berwick Dl I-236/237; Oestr. Mil. Zeitschrift 136; Quincy IV-402. £13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 547