een Zuidelijke over Villa Velha. Beide moesten worden bezet, wilde men niet aan omtrekking bloot staan. Twee bataljons, die van Fagel en Holstein-Norburg, samen ongeveer 700 man sterk, na men derhalve stelling op de Noordelijke weg, bij Monte Guardo, tussen Sarzedas en Sobreira Formosa. Het bevel over beide voerde de brigadier v. Welderen met de majoor de brigade Rouwenoort. De twee andere, van Friesheim en Viscouse, posteerden zich onder Friesheim op de Zuidelijke weg, twee uur ten Z.Wvan Villa Velha, achter een riviertje. De taak der twee detachementen was, de vijand zo lang mogelijk op te houden, doch bij overmachtige aanval of dreigende omsingeling tijdig terug te gaan. Een ver van gemakke lijke opdracht die gemakkelijk kan ontaarden óf in zonder strijd terugtrekken, óf in te lang stand houden, waarbij de troep verloren gaat. Vooral gold dit in een tijd, waarin de vuuruitwerking het in nemen van brede fronten niet toeliet. In het kasteel van Castel Branco, van welke plaats de levensmid delen moesten worden betrokken, liet Fagel 80 man achter onder de kapitein Lamoral van zijn regiment; zijn cavalerie, 300 paarden sterk, zond hij naar de streek van Penamacor ter beschikking van de Portugese generaal das Minas. Waarschijnlijk vreesde Fagel dat deze (Portugese) cavalerie meer kwaad dan goed zou doenanders zou men menen dat zij juist bij een vertragend gevecht goede dien sten had kunnen bewijzen. Reeds vóór Fagel deze beschikkingen had gemaakt, de 22e Mei, verscheen een vijandelijk korps van 6000 man voor Castel Branco en sloot het kasteel in, nadat de vorige dag de opeising reeds was af geslagen. De bezetting verdedigde zich met grote dapperheid tot de 2^e, toen zij capituleerde nadat, naar het schijnt, een deel nog had weten te ontkomen. De volgende dag verkende Berwick de stel ling bij Monte Guardo. Zij bleek gunstig voor de aanvaller: zij kon aan weerszijden worden omvat en had een hoogtekam in de rug. In de late avond van de zelfde dag kwam het eerste Portugese regiment van het beloofde secours te Sobreira Formosahet kreeg opdracht, zich de volgende dag bij de bataljons van Fagel aan te sluiten. Ongelukkig verscheen de vijand reeds in de vroege morgen van de 27e Mei voor de stelling. Het bevel voerde de Thoy, met vier Franse bataljons, een Spaanse infanteriebrigade en een afdeling rui terij, te zamen 4000 man. De voorbereidende bewegingen waren nog des nachts uitgevoerd. Het Portugese regiment begaf zich aan stonds op mars, doch de ontvangen berichten luidden weldra zo ernstig dat Fagel het op de weg een opnamestelling liet innemen en zich zelf naar de stelling begaf. Hier aangekomen, bleek dat de 04

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 548