vijand reeds in front was opgemarcheerd en aan weerszijden de
hoogten had beklommen. Fagel kon slechts de terugtocht gelasten,
wat 'niet dan defenderende' kon geschieden. De aanvallers drongen
nu des te meer opeen afdeling dragonders kwam langs een bergpad
in de rug der Hollandse troepen en vertraagde de terugtocht. Toen
nu de vijandelijke infanterie hen inhaalde en handgemeen werd of,
zoals Fagel zegt, 'sig met haer melleerde' was het pleit weldra
beslist. De twee bataljons werden krijgsgevangen, op enkelen na die
het konden ontkomen. Zij hadden in het gevecht, dat drie uur
duurde, ongeveer go man aan doden en gewonden verloren, w.o.
vier of vijf officieren, die gewond werden. De aanvallers verloren,
volgens Quincy, 20 man. De vaandels der bataljons waren behouden
gebleven. Fagel had, naar Quincy bericht, de doeken van de stokken
laten nemen en, toen hij de stelling verliet, in veiligheid gebracht.
Het Portugese regiment en de vluchtelingen redden zich langs
verschillende wegen naar Abrantes, evenals de twee andere Holland
se bataljons. De bagage van alle vier de bataljons ging echter ver
loren; zij was op de Taag in een zestal vaartuigen ingescheept ge
weest, waarvan er vijf in 's vijands handen vielen.
Ongetwijfeld had de zaak der geallieerden een ernstige tegenslag
ondervonden.
In plaats van een snelle zegetocht naar Madrid, waarop de bond
genoten zich verheugd hadden, begon het er naar uit te zien, dat zij
zich in een wespennest hadden gestoken.
In elk geval waren twee goede bataljons verloren; de restanten
werden voorlopig bijeen gevoegd, en later bij andere ondergebracht.
De gevangenen werden eerst naar Madrid, vandaar naar Bayonne
gebracht, en vervolgens over verschillende Franse steden verdeeld.
Velen ontsnapten op de weg naar Bayonne of namen dienst bij de
vijand. Fagel riep de medewerking van Berwick in om de gevan
genen geld en kleren te doen toekomen, en gelukkig betoonde de
laatste zich in deze aangelegenheid zeer welwillend.
De houding onzer troepen in de actie van Sarzedas wordt alge
meen geprezen, hoewel, gelijk uit het bovenstaande blijkt, de ver
liezen aan doden en gekwetsten slechts gering waren, en wij even
min horen, dat zware verliezen aan de vijand zijn toegebracht. De
Portugese koning betuigde Fagel zijn grote tevredenheid over de
wijze, waarop hij zijn moeilijke en ondankbare taak had vervuld Q.
Over de gevechten van 22 tot 27 Mei; Oestr. Mil. Z. 142-145; Quincy 405-407; Brieven van
Berwick over de krijgsgevangenen: Europ. Mere. dl. 2, 194 vlg. Brief van Fagel uit Punhette, 30
Mei 1704, in Europ Mere. 183. Fagel a. d. St.Gl Punhette 31 Mei 1704 (St.Gl 3916); id. Friesheim
30 Mei. Van Weideren a. d. St.Gl 29 Mei 1704 (zie Bijlage 44). Over de toestanden in Portugal:
Fagel a. d. St.Gl, Abrantes, 6 Juli 1704, met 11 bijlagen.