Branco was overleden, werden aangevoerd door de kolonel Drim- born. Volgens Rynevelt maakte deze zich verdienstelijk door de beginselen der krijgskunst te onderwijzen aan de officieren der Portugese cavalerie, 'nog in kleedy, wapenen, nogte manieren van doen gelijk aan eenige cavalerie in de weerelt', zoals Fagel bericht. De markies Das Minas ging 2 Juni op mars van Almeida, en be reikte de 4e Aldea de Ponte, waar twee dagen rust werd gehouden. Van hieruit werd een detachement van 600 ruiters en een zelfde aantal grenadiers onder de graaf van St Jan uitgezonden naar het Spaanse grensstadje Fuente Guinaldo, in een vruchtbare streek gele gen, en waar het landvolk zijn vee en bezittingen had geborgen. Het was met veldwerken versterkt, doch werd in de eerste aanloop genomen. Een massa vee, waaronder meer dan 1000 ossen en koeien, werden de buit der aanvallers. Bovendien mochten de sol daten vrij plunderen in de stad, behoudens hetgene dat in de kerken was geborgen. Over Penamacor bereikte men de 9e Monsanto, waarvan alleen het kasteel nog met 120 Fransen was bezet; er werd dan ook het beleg voor geslagen. Intussen had het tegenoffensief reeds dit succes opgeleverd, dat de maarschalk Ronquillo het Noorden van Portugal had ontruimd, en zich over Ciudad Rodrigo naar Sarza had teruggetrokken, terwijl de generaal Gaëtano Castel Branco had verlaten en, uit vrees voor zijn aanvoer en verbindingen, eveneens op Sarza was teruggegaan. Op aandringen, volgens Berwick, van de aan hem toegevoegde Franse generaal Joffreville besloot Ronquillo vervolgens, de Portugezen tegemoet te trekken in de richting van Monsanto om de plaats te ontzetten. Das Minas, van de nadering des vijands verwit tigd, was deze zijnerzijds met zijn cavalerie tegemoet gegaan, de in fanterie gelastende, te volgen. Tegen de avond van de 11e Juni stieten de tegenstanders op elkaar tussen Monsanto en de bergpassen van Idanha. Een gevecht ontspon zich, waarbij van weerszijden alleen of althans voornamelijk ruiterij in actie kwam. De infanterie van Ronquillo, 8 bataljons sterk, aanvaardde aanstonds de terugtocht, die zij volbracht via het défilé van Idanhavolgens Berwick s me moires was zij aldaar reeds bij de opmars achtergelaten. De cava lerie dekte tegen de overmacht der geallieerden de aftocht; zij kweet zich van deze taak met beleid, wat niet wegnam dat zij ge duchte schade leed: de berichten van geallieerde zijde spreken zelfs van 300 doden en een groot aantal gevangenen, alsmede van 6 standaarden, welke werden buit gemaakt. Twee hiervan kwamen, naar Rynevelt meedeelt, op rekening van het eskadron van Drim- 517

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 551