born. De markies Das Minas, die zich in het heetst van de strijd
had begeven, werd op twee plaatsen gewond. Wat een bezielende
leiding vermag toont wel het feit, dat de Portugese troepen zich bij
deze gelegenheid uitstekend gedroegen. De verliezen aan de kant der
geallieerden schijnen niet meer dan een 50 man te hebben bedragen.
De grootste schade leed de vijand bij de nachtelijke terugtocht
over het gebergte naar Salvatierra en Sarza, waarbij blijkbaar een
groot deel van de treinwagens en paarden moest worden achter
gelaten. De geallieerde bronnen vermelden althans het buit maken
van tenten, bagage, wagens, geld en zilverwerk, vaten buskruit en
munitie, terwijl niet minder dan 1800 paarden de boeren in handen
vielen, die aan de in hun bereik komende vluchtelingen geen
kwartier gaven.
In grote tegenstelling tot deze berichten, die recht geven, van
een volslagen nederlaag te spreken, staat het sobere verhaal van
Berwick, die het voorgevallene geheel bagatelliseert. Hij zegt
slechts, dat bij de infanterie na haar aankomst te Sarza, een paniek
uitbrak, dat zij vluchtte naar Alcantara, en dat de achtergelaten
bagage door eigen soldaten, die het hoofd koel hielden, werd ge
plunderd
De dag na het gevecht werd het sterke kasteel van Monsanto,
dat wegens de plaatselijke terreingesteldheid, niet of nauwelijks
met artillerie beschoten kon worden, door de vreesachtige Spaanse
bevelhebber overgegeven; tot straf hiervoor werd hij, na uitgewis
seld te zijn, te Ciudad Rodrigo onthoofd.
Onmiddellijk na afloop van het gevecht bij Idanha verscheen, on
wetend van hetgeen er gepasseerd was, de markies van Risbourg
op het toneel van de strijd. Hij was door Berwick over Villa
Velha en Castel Branco ter versterking van Ronquillo gezonden.
Deze had hem een afdeling cavalerie toegezonden om hem naar
Idanha te escorteren, waar de aansluiting zou plaats hebben. In
plaats daarvan liep Risbourg tot zijn verbazing de geallieerde
cavalerie in de armen. Daar deze, wellicht evenmin op de ontmoe
ting verdacht, aarzelde met toe te slaan, kon Risbourg tijdig keert
maken en zich in Castel Branco in veiligheid stellen. Een of twee
dagen later voegde Berwick zich hier bij hem met 8 bataljons en 14
eskadrons. Koning Philips had, op de tijding van het gevecht bij
Idanha, het reeds aangevangen beleg van Castel da Vide gestaakt en
stond thans met de hoofdmacht bij Niza.
De 17e sloot Fagel zich met zijn korps van 9 bataljons en 12
S1 8
J) Rynevelt 1-89/90Europ Merc. 186dagverhaal in brief van Methuen aid. 190; Schonenberg
a. d. St.Gl, Lissabon 21 Juni, aid. 192Berwick I-242 vlg. Oestr. Mil. Z. 1 £8-160.