eskadrons tussen Castel Branco en Penamacor bij Das Minas aan,
die thans i ooo man onder zijn bevelen had, waaronder alle Hol
landse troepen; totaal 29 bataljons en 38 eskadrons. Beide legers
hielden elkaar verder in het oog, zonder dat het tot een slag kwam.
Berwick liet het bevel ten Noorden van de Taag over aan de luit.-
generaal Aquilar, en voegde zich weer bij het leger van de koning.
Hierbij sloot zich de 18e ook de graaf van Villadarias aan met 10
bataljons en enige cavalerie. In een krijgsraad werd thans besloten,
het beleg van Castel da Vide te hervatten, waarmee de 21e Juni
werd begonnen.
Twee Portugese en een Engels bataljon vormden de bezetting.
De stad was wel niet sterk, doch het kasteel had de belegeraars nog
veel oponthoud kunnen bezorgen, vooral gezien hun betrekkelijk
zwakke artillerie, terwijl bovendien de hitte de troepen reeds
begon te kwellen. Tot geluk voor de Fransen liet de Portugese gou
verneur reeds de 2 ^e de chamade slaan. De Engelse kolonel weiger
de in de eis van krijgsgevangenschap toe te stemmen en wilde de
verdediging tot het uiterste voortzetten. De gouverneur liet zich
evenwel intimideren door het schrikbeeld van een stormenderhand-
se verovering en het lot dat in dit geval de burgerij wachtte. Ten
slotte lieten de Portugezen de vijand binnen. De Engelsen wilden
zich daarop van het kasteel meester maken, maar de Portugezen
hadden de verdediging onmogelijk gemaakt door al het buskruit in
een put te gooien. De Britten moesten zich toen wel in hun lot
schikken. Zij kregen echter de belofte, naar Engeland terug te mogen
keren op voorwaarde van tijdens de duur van de oorlog niet meer
tegen de Twee Kronen te dienen.
Met dit wapenfeit waren de krijgsbedrijven voor deze zomer ge
ëindigd. De heersende hitte en watergebrek maakten alle verdere
actie ondoenlijk. Het leger van Das Minas trok de 20e op Sabugal,
en vervolgens naar San Pedro, vanwaar het in de zomerkwartieren
werd verdeeld. De Frans-Spaanse krijgsmacht volgde dit voorbeeld.
De koning keerde terug naar Madrid; Berwick begaf zich met
zijn troepen naar Ciudad Rodrigo, Aguilar naar Alcantara, T'ser-
claes naar Badajos, Villadarias naar zijn gouvernement Andalusië.
Feitelijk was men dus weer even ver als bij het begin van de met
zoveel succes aangevangen veldtocht. Het enige tastbare resultaat
was, dat van alle veroverde steden, uitgezonderd Morveon (door
Villadarias ingenomen) Salvatierra en Segura, de vestingwerken
werden geslecht. Van het bezet houden der plaatsen was afgezien
wegens de grote afstand, de moeilijke ravitaillering en de verzwak
king, welke het leger er door zou ondergaan.
519