cette campagne'. De koning ziet de oorlog dus geheel in het licht der 'Ermattungstrategie'hij verwacht uitkomst van slijtage der krachten bij de tegenpartijde taak dier strategie is slechts, te zorgen dat de vijand geen tastbare voordelen behaalt en de eigen troepen zoveel doenlijk worden gespaard Y). Sinds de i ^e, dezelfde dag, waarop de koning vorengenoemde brief schreef, kreeg Villeroy zekerheid omtrent de afmars der Engelsen en van een detachement Hollandse troepen naar de Moezel, ter gezamenlijke sterkte van 26 bataljons en 36 eskadrons, waarvan 19 bataljons en 18 eskadrons Engelsen. Ouwerkerk bleef, volgens Franse inlichtingen, met 48 bataljons en £2 eskadrons in de Neder landen achter, en werkte met kracht aan het versterken van het kamp van Haccourt. Villeroy zond, op het vernemen van deze tijdingen, aanstonds het Maison du Roy, uit 13 eskadrons bestaande, naar de Moezel. Voorts liet hij de Franse infanterie zich samentrekken en kamperen in en achter de linies tussen Jauche en Leeuwde cavalerie iets meer achterwaarts met het oog op de fourage, doch zodanig dat het gehele leger binnen zes uur verzameld kon zijn. Hij wist dat thans in Brabant de overmacht aan zijn zijde was en wilde cle hem geboden gelegenheid om tot aanvallende handelingen over te gaan, niet laten voorbijgaan 2). Beide legers waren thans gereed tot de strijd. Men ziet intussen, dat van het oorspronkelijk voornemen van een 'vroege campagne' niet veel was overgebleven. Het is niet gemakkelijk te zeggen, aan welke oorzaak dit moet worden toegeschreven. Het is wel zeker, dat wij in deze met een complex van oorzaken te doen hebben. De Staatse en Britse troepen zijn reeds 26 Maart van wege de Staten aangeschreven, zich tegen 14 April gereed te houden; April wer den de patenten verzondende 8e werd Ouwerkerk aangeschreven de mars van de troepen naar de Maas te bespoedigen, en werden orders gegeven, te zorgen voor wagens, paarden en pioniers, doch eerst de 24ste werd Ouwerkerk gelast, de troepen aan de Maas te doen kamperen, wat gelijk men weet, eerst 11 Mei zijn beslag had. Het wachten op de overkomst van Marlborough met de Engelse recruten en remontepaarden, vervolgens op de terugkomst van Lescheraine de onzekerheid omtrent hetgeen men van de prins van Baden mocht verwachten, misschien ook de toestand der maga zijnen en tenslotte de financiëndit alles kan mede tot de vertraging hebben bijgedragen. Pelet V-17 vlg. 2) Ib. p. 19-21 SS I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 585