Hij behield toen nog, volgens de ordre de bataille, welke hij de koning toezond, bataljons en 104 eskadrons 'en ligne'. Zijn leger was dus ten naastebij even sterk als dat van de tegenpartij. 'Cette armee, sire, est trés belle et les troupes de vötre majesté dans le meilleur état qu'elle puisse désirer'. Van klaagliederen hield Villars niet. Maar, zo vervolgt hij, naar alle waarschijnlijkheid zal de vijand met niet minder dan 94 bataljons en i^o of 160 eskadrons tegen ons optreden. 'Ainsi, quoique 1'armee de votre majesté soit excellente, il y a quel que disproportion pour le nombre. Je dois done, sire, me conduire avec sagesse. Votre majesté me fait l'honneur de me le prescrire pas sa dernière, mais aussi avec toutes les apparences de 1'audace qui convient a la dignité de ses armes'. Het kwam dus neer opdefensief blijven. Ook de Franse koning en zijn maarschalken zagen het gevaar in van datgene, waarop Marlborough zijn hoop had gebouwd, n.l. dat prins Lodewijk van Baden Saarlouis zou belegeren, terwijl Marlborough tegen Villars oprukte. Marsin, die met het gros zijner troepen aan de Moder stond, waar hij een tegenwicht vormde tegen de geallieerde strijdkrachten van de prins van Baden, welke aan de Lauter waren samengetrokken, kreeg nu de aanschrijving, de vijandelijke troepen vast te houden door het beleg te slaan voor Landau, welks vestingwerken nog niet hersteld waren sedert het jongste beleg; zag hij hiertoe echter geen mogelijkheid, dan moest hij een sterk detachement aan Villars afzenden. Aan Franse zijde had men n.l. geheel onjuiste berichten aangaande troepen van de markgraaf, die reeds naar Trier op weg heetten te zijn. Marsin zag geen kans, tot een beleg van Landau over te gaan; derhalve zond hij een detachement van iy bataljons en 20 eskadrons onder de luite nant-generaal De Lannion. Het vertrok de 2 je van Zabern, en marcheerde over Marsal, Conde-Northen (Contchen), Bouzonville (Busendorf) en Freisdorf naar Sierck, waar het de 4e Juni aankwam, juist toen zijn tegenwoordigheid daar in hoge mate welkom wasx). Toen Marlborough met teleurstellende bevindingen van zijn reis naar Rastadt in het leger terugkeerde, waren de vooruitzichten voor het offensief, waarop zulke grote verwachtingen waren ge bouwd, allerminst rooskleurig. De eerste door de prins van Baden beloofde troepen zouden op zijn vroegst de 10e of 12e Juni in het leger kunnen zijn. Voorts werden nog verwacht: 12 000 Pruisen onder V. Arnim, die, althans ten dele, in Beieren hadden over- SS8 Lod. xiv aan Villars, Marly i g Mei, bij Pelet V-414; Villars a. d. koning 17 Mei, ib. 416, 22 Mei, ib. 423. Ordre de bataille van Villars ib. 769Villars a. d. koning 26 Mei, ib. 429, zie voorts Pelet V-433, 43 S-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 592