drons werden, onder bevel van d'Alegre, aan de Moezel achterge laten, en zelf sloot hij zich met de resterende 20 bataljons en 40 eskadrons aan bij Marsin, met het voornemen, in een later stadium van de veldtocht het beleg om Landau te slaan x). Hiermee was de sedert maanden voorbereide, onder hooggespan nen verwachtingen begonnen Moezelveldtocht ten einde. Villars droeg niet weinig roem op de uitslag, hoewel per saldo zijn enige handeling had bestaan in het kiezen van een goede opstelling. Marl borough voelde het geval als een blamage, en begreep, welk een slechte indruk het gebeurde bij alle bondgenoten moest achterlaten het stond gelijk met een afgeslagen aanval. Vandaar de moeite, die hij zich in tal van brieven geeft om zijn handelwijze te verdedigen, waar bij het onbillijke en oneerlijke beroep op de angst en de 'instanties' van de Staten niet de laatste plaats inneemt. Tenslotte zal men zich misschien afvragen, wat de reden was dat Villars, met VENDome verreweg de krachtigste en bekwaamste der Franse legerhoofden, niet in de Nederlanden tegen Marlborough, doch tegen de prins van Baden, Frankrijks minst gevaarlijke tegenstander, ging krijg voeren. Het antwoord vindt men in de brief, welke Lodewijk xiv de 20e Juni aan Villars schreef: 'Quoique je sois persuade que leurs grands efforts seront du cöté de la Flandre (d.i. de Nederlanden), je vous destine néanmoins pour le Rhinvous y servirez plus agréable- ment et plus utilement que vous ne feriez avec l'électeur, a cause de ce qui s'est passé entre lui et vous'Dit laatste slaat, zoals men weet, op de geschillen tijdens de veldtocht van 1703 in Zuid-Duitsland 2). DE VELDTOCHT IN DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN Wij zagen, dat het Staatse leger zich de i ie Mei had geconcentreerd in een kamp bij Loen, d.i. Lanaye, en Haccourt, en dat dit voor Villeroy een reden was geweest, zijn troepen aan de Geete samen te trekken. De krachtsverhouding was voor de Nederlanders wel zeer ongun stig: op genoemde datum had Ouwerkerk, die de 6e in het leger 5 73 HOOFDSTUK III BELEG VAN HOEY (Schets nr 13) Pelet V-4£9, 463, 465- vlg. 2) De brief bij Pelet, 460 vlg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 607