werd het vuur geopend uit 9 stukken en mortierende volgende dag arriveerde het verdere geschut en namen 2 2 stukken van 24 pond en 10 mortieren aan het bombardement deel. Villeroy oordeelde dit nog niet voldoende en liet nog een tiental 24 ponders en 10 mor tieren uit Maubeuge ontbieden, welke na enkele dagen aankwamen. De 3e waren de forten Picard en Rouge voldoende stormrijp geschoten; van laatstgenoemd fort was echter de buitenomwalling (het dagboek spreekt van de 'mantel') nog in verdedigbare staat. Cronström gaf derhalve order, het fort Picard niet tot het uiterste te verdedigen, doch het na enige 'decharges' te verlaten en op het fort Rouge, tussen Picard en het kasteel gelegen, terug te trekken. Naar dit laatste fort werden nog 30 man onder een kapitein ter ver sterking gezonden. Doch orders van 'tijdig' terugtrekken zijn ge makkelijker gegeven dan uitgevoerd, en zo pakte ook hier de zaak anders uit dan met de bedoeling van de gouverneur strookte. Des avonds tien uur ging de vijand, na een schijnaanval op St Joseph, met £00 uit het leger gedetacheerde grenadiers over tot de bestor ming der forten Picard en Rouge. De bezetting van Picard verde digde zich met grote dapperheid, doch kon niet verhinderen, dat het fort stormenderhand werd genomen, waarbij zij zware verliezen leed aan doden en gevangenen. Plet fort Rouge daarentegen, dat de terugtrekkenden had moeten opnemen, werd zonder noemenswaar dige tegenstand verlaten, en wel met zoveel overhaasting, dat de kapitein, die de bezetting hoewel blijkbaar te laat kwam onder steunen, vuur liet geven om de vluchtenden tot staan te brengen. De commandant der positie, de luit.-kolonel Chardonnet, een kapitein en een luitenant werden wegens plichtsverzuim in arrest gesteld om te zijner tijd naar de krijgsraad te worden verwezen. Thans bleef tussen de ingenomen forten en het kasteel nog slechts een kleine stenen redoute of toren, Terravisé genaamd, als enige hinderpaal. Van hieruit werd de vijand door musketvuur veel nadeel toegebracht. Zij werd dan ook heftig door 's vijands artillerie beschoten, doch bleef, hoewel met grote moeite en ten koste van veel gewonden, voorlopig behouden. Commandant van de slechts 20 man sterke bezetting was de vaandrig De Waal van het regiment Prins Albrecht, die zich reeds bij de bestorming van Picard door tot het laatste stand te houden had onderscheiden, en aan wie men daarom deze even eervolle als gevaarlijke post had toevertrouwd. Heel wat gemakkelijker taak had de bezetting van het hooggelegen fort du Sart, het enige werk, dat naar het schijnt in het geheel niet onder vuur werd genomen, hoewel het zelf met zijn geschut ijverig aan de strijd deelnam. 579

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 613