De 4e Juni bouwden de Fransen twee grote batterijen aan de over zijde van de Maas om het kasteel aan de Westzijde te kunnen be schieten, aan de Zuidzijde der rivier bleef slechts één batterij, die het fort St Joseph bleef bestoken. Aan de Westzijde toch was het kasteel het zwaksthet had hier geen flanken van betekenis, de rots was er minder hoog en steil dan elders, en daar aan deze kant de donjon, als laatste reduit stond, waren geen verdere afsnijdingen mogelijk. Ook hadden de belegeraars aan deze zijde geen hinder van de twee nog stand houdende forten. De vijand kon nu met des te meer kracht zijn vuur op het kasteel concentrerenreeds de 4e kreeg zijn geschut het overwicht op dat van de verdediger, en werden diens stukken op twee na gedemon teerd. De ^e begon het bombardement eerst met volle kracht zijn verwoestende werking te doen gevoelen; reeds na korte tijd was een bedenkelijke bres ontstaan, de batterijen en borstweringen wer den vernield, veel doden vielen tengevolge van de overal rondvlie gende bomscherven en steenbrokkenweldra lagen de gewelven vol gewonden, en, zoals het dagboek met enige overdrijving zegt 'alle oogenblicken wiert een doode begraven'. Een diepe indruk maakte het in de lucht vliegen, tengevolge van een inslaande bom, van het laboratorium met alle er in aanwezige buskruit, bommen en granaten; drie kapiteins, twee luitenants, twee volontairs en vier kanonniers werden onder instortende ge welven verpletterdbovendien waren er tal van gewonden. De 6e nam het vuur nog in hevigheid toe. Een nieuw ongeval was, dat het springen van een klein buskruitmagazijn men had deze zo veel doenlijk verspreid een flinke bres aan de stadszijde veroor zaakte, van zodanige omvang, zegt het dagboek, dat, 'had Milon (de commandant in 1703) met zulk een bres het kasteel overgegeven, zijn eer zou zijn bewaard gebleven'Cronström zegt zelfs, dat het kasteel hier zo toegankelijk was dat 'de kleene kindere uit de stad ons quame besoeken'. Op deze wijze hield het bombardement uit 24 zware stukken ener- en het verbeten stand houden anderzijds aan tot in de avond van de 10e Juni. Vijftien compagnieën grenadiers stonden toen ge reed om te stormen, waartoe op vier plaatsen gelegenheid was; een groot aantal ladders was reeds aangebracht, en het kasteel was een puinhoop gelijk. Des avonds riep Cronström een krijgsraad bijeen van hoofd officieren en kapiteinsmet algemene stemmen werd besloten ten spoedigste tot capituleren over te gaan. Nadat de onderhandelingen nog een keer waren afgebroken, werd de 1 ie des middags twee uur $8°

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 614