ling om te zien. Nadat in de namiddag van de 29e bericht wordt ont
vangen, dat de voorhoede van Marlborough aan de Maas was ge
komen, breken de Fransen op en betrekken zij, na een mars van
ongeveer 30 km een kamp tussen Pellaine en het kasteel van Wanghe,
als het ware met de rug tegen de linies, en gereed om deze op ieder
gewenst ogenblik binnen te trekken. Fliertoe werden reeds door
gangen in de wallen en bruggen over de Geete gemaakt.
Intussen kwamen successievelijk de verwachte versterkingen aan.
Allereerst het teruggekeerde detachement van D'Alegre; vervol
gens de 13 eskadrons van het Maison du Roi, en het eerste door
Villars afgezonden detachement van 10 bataljons, onder Montes-
son. De ie Juli waren deze troepen met het leger verenigd. Het
tweede detachement, ter sterkte van 6 bataljons en 8 eskadrons
onder Manderscheit kwam dezelfde dag te Namen en de 3 e te
Wasseige. Drie andere, ter gezamenlijke sterkte van 20 bataljons en
1 eskadrons, onder bevel resp. van Isenghien, Roussy en Surville,
waren nog onderweg. Flet laatste sloot zich de 14e bij het leger aan,
dat toen een sterkte had van 100 bataljons en 147 eskadrons 1).
Intussen was het Engels-Hollandse uit Duitsland teruggekeerde
leger de 30e bij Visé over de Maas getrokken. Het had een sterkte
van ten naastebij 63 bataljons en 86 eskadrons; met de macht van
Ouwerkerk, die toen 30 bataljons en 73 eskadrons moet hebben
geteld, dus 9bataljons en 1 5^9 eskadrons. Gezien de aan geallieerde
zijde gewoonlijk grotere sterkte der onderdelen kan men wel zeggen,
dat de overmacht aan de kant der zeemogendheden wasook was hun
infanterie in het algemeen van betere hoedanigheid.
Met de komst van Marlborough trad de veldtocht in een nieuwe
phase, welke wij in een volgend hoofdstuk zullen bespreken.
TWEEDE BELEG VAN HOEY; HET GEVECHT BIJ
HEYLISSEM
De hoop waarmee Marlborough zich vleide, de Fransen bij
Luik tot een slag te kunnen dwingen of althans hun artillerie buit te
maken, was door Villeroy's tijdige aftocht verijdeld. De strijd zou
$84
HOOFDSTUK IV
J) Voor de Franse bewegingenPelet V-40, 43Over het beleg van de citadel van LuikOuwerkerk
a. d. St.Gl 22, 24, 27 Juni (St.Gl 71 59). De commandant van de citadel was waarschijnlijk de
generaal Ziethen.