zich dus, evenals het vorig jaar, bewegen om het forceren der linies vooraf besloten de geallieerden echter, het pas verloren Hoey te hernemen. Veel moeilijkheid zou dit niet opleveren: de bressen en verdere verwoestingen, in het laatste beleg teweeggebracht, konden nog niet dan vluchtig zijn hersteld x). Ook zou het hernemen van Hoey tegenover de publieke opinie in de Nederlanden en elders een goede indruk maken, en de minder goede, die de expeditie aan de Moezel had nagelaten, enigermate uitwissen. Marlborough deed zijn verschijnen op het operatietoneel met een verrassing gepaard gaan. In de nacht van i op 2 Juli ging het leger over 2 of 3 bruggen bij Visé over de Maas, en trok de 2e in een mars van 30 km naar Hanneffe, waar de voorste troepen zich neersloegen. Dat van Ouwerkerk kwam te Tize. Waarschijnlijk zat bij deze uitzonderlijk grote mars de bedoeling voor, om, indien Villeroy aarzelde met zijn linies te bezetten, haar te vervolgen met een aanval ergens bij Wasseige, op dezelfde wijze als waarop Ouwerkerk het vorig jaar bij de inleiding van de veldtocht was te werk gegaan. Villeroy was inderdaad verrast, te meer omdat hij op grond van zekere berichten in de mening verkeerde, dat de Anglo-Nederlandse troepen zich meer Noordelijk, bij Munsterbilsen zouden concen treren. Nu de bedreiging zich tegen het Zuidelijk gedeelte der linies richtte, was het zaak, de vijand vóór te zijn. Des nachts werden de artillerie en de grote bagage achterwaarts gebracht, en de 3e 's mor gens werden de linies bezet tussen Heylissem en Wasseige. De ca valerie kampeerde iets meer achterwaarts ter wille van het foura- geren en van de watervoorziening, en een reserve van 27 eskadrons dragonders werd achter het midden geposteerd, om zich snel naar elke bedreigde plaats te kunnen begeven 2). De 4e legerden de bond genoten zich tussen Crenevic en Latinne aan de Mehaigne; Marl borough s hoofdkwartier kwam te Lens Les Beguines, ongeveer in het middenzijn leger vormde de rechter- dat van Ouwerkerk de linker vleugel 3). De voor het beleg bestemde artillerie was reeds de 1 e der maand te Maastricht ingescheept, en kwam de 6e in de nabijheid der stad. Die dag werd de luit.-generaal Scholten (of Schultz) met 1 2 batal jons en 10 eskadrons afgezonden tot het berennen der vesting; bij S&5 Volgens Slangenburg waren de bressen nog slechts met hout en fascines gerepareerd 8) PeletV-43, 44. S F Over de verhouding tussen beide legersHeemskerk aan Heinsius, 22 Juni (Zie Bijlage 46). Marl borough bezat in feite geen gezag over de linkervleugel. De oplossing, welke Heemskerk voorstond, waarbij Marlborough het gehele leger commandeerde met Ouwerkerk als ondercommandant, was ongetwijfeld verkieselijker.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 619