min met alle kracht tot de aanval moesten overgaan en zich met ge weld een doortocht banen. Zulks in tegenstelling tot wat somtijds geschieddedat van een dergelijke overrompeling werd afgezien zelfs op het vermoeden van de vijand voorbereid te zullen vinden. De cavalerie der rechter colonne had tot taak, de bij Orsmael staande vijandelijke dragonders uit het veld te slaan, vandaar dat zij met de 6 eskadrons van Chanclos was versterkt. De beide colonnes zouden om 9 uur, de hoofdmacht om 1 o uur af marcheren; de eerste en tweede linie zouden respectievelijk de weg volgen van de linker en rechter colonne, waarbij de cavalerie van de linker vleugel, vooruit rijdende, zich met die van de rechter aan het hoofd van de hoofdmacht zou plaatsen. De rechtervleugel van de infanterie van Ouwerkerk zou zich bij de linkervleugel van die van Marlborough aansluiten; Albemarle zou met zijn cavalerie- korps stelling nemen bij de Cense de l'Empereur en daarna de achterhoede vormen. De mars leidde door het open veldhet passeren van dorpen zou slechts verwarring en oponthoud geven. In de bevelen werd dan ook slechts gezegd, welke dorpen men links en welke men rechts zou laten liggen. De moeilijkheid was slechts, de dorpen, waarmee de streek vrij dicht was bezaaid, in het duister te herkennen. Door dat het een zeer donkere nacht was, hadden de gidsen grote moeite, de weg te vinden, zodat men de gehele nacht nodig had voor een af stand van ongeveer 1 kmhet is omstreeks vier uur in de morgen als de eerste troepen de Geete bereiken. De linker colonne vindt het kasteel Wanghe bezet door pl.m. 30 man, die na éénmaal vuren naar de linie vluchttenook de wacht aan de barriere biedt zo goed als geen tegenstand. Onmiddellijk wordt de weg gebaand voor de volgende troepen, terwijl drie bataljons van dezelfde colonne zich eveneens zonder moeite van het dorp Elixem meester maken. Niet minder voorspoedig verloopt de actie bij de rechter colonne, die zonder enig gevecht bij Over- en Neerhespen in de linies binnen dringt. De drie regimenten —12 eskadrons dragonders, die bij Orsmael, op nog geen kanonschot afstand vandaar, gekampeerd lig- gen, gaan zonder tegenstand te bieden op Leeuw terug; zelfs zon der het opperbevel van het voorgevallene te verwittigen. De ge allieerden hadden dus bij deze gelegenheid niet over het geluk te klagen. In het bijzonder is het duidelijk, dat de verkenningsdienst aan Franse zijde geheel en al heeft gefaald en ook dat de voorposten hun waarschuwende taak zeer slecht hebben verricht, wanneer wij in 59 3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 627