vechtsveld aangekomen, het bevel tot de aanval. Hompesch voerde de charge aan; Marlborough zelf chargeerde, volgens een onzer zegslieden, op de rechtervleugel, waar het ruitergevecht zich voor namelijk schijnt te hebben afgespeeld, doordat men hier geen hinder had van de moeilijk te passeren holle weg. Van de strijd, die volgde, kan men slechts dit met zekerheid zeg gen, dat de eskadrons van Roquelaure in verwarring en met zwaar verlies het veld moesten ruimen, en dat het geschut en de munitie wagens door de Staatse cavalerie werden veroverd 1). Toen de Fransen zich, met steun van inmiddels aangekomen infanterie, her stelden, volgde een tweede charge, die hen voorgoed overhoop wierp. Enige bijzonderheden worden nog medegedeeld, welke zich moeilijk in het algemeen verhaal laten localiseren, wat ver klaarbaar is in een strijd, die zich in een reeks afzonderlijke gevech ten oplost. Zo vinden wij vermeld, dat de Franse ruiterij, die achter de holle weg stond opgesteld, vóór de charge door infanterievuur vandaar werd teruggedreven; elders, dat zij overhoop geworpen werd en zich herstelde achter de holle weg. Enige geallieerde eska drons zouden door de vijand 'gepousseert' zijn, met behulp van de de ruiterij ondersteunende infanterie, en bij de tweede charge, zo lezen wij, kwam de linker vleugel onzer cavalerie in het vuur van in de heggen van Esemael geposteerde vijandelijke infanterie, waar door onze eskadrons tijdelijk moesten wijken. Dat de cavalerie der twee kronen niet geheel werd vernietigd was te danken aan de voorbeeldige houding van de genoemde twee brigades infanterie, tezamen 11 bataljons, aangevoerd door Cara- man. Over geheel open terrein, en aan alle kanten door de cavalerie der bondgenoten bedreigd en bestookt, wisten deze bataljons, in carré marcherende en telkens bij gedeelten vuur gevende, zich alle aanvallen van het lijf te houden. Bij minder koelbloedigheid en discipline hadden zij gemakkelijk het lot kunnen ondergaan, dat, een goede honderd jaar terug, onder soortgelijke omstandigheden de Spaanse infanterie bij Turnhout heeft getroffen. Aldus werd de terugtocht voortgezet tot Noduwez, waar de troepen door de inmiddels tot daar genaderde hoofdmacht werden opgenomen. Toen Villeroy en keurvorst Maximiliaan ter plaatse kwamen, vonden zij de cavalerie van de linker vleugel reeds uiteengeslagen, de infanterie op de terugtocht, en het geallieerde leger grotendeels in slagorde opgemarcheerd tussen Esemael en Thienen. De strijd te 59 6 Het mag als een blijk van bijzondere mobiliteit dier artillerie worden beschouwd, dat zij met de cavalerie in actie kwam, terwijl de infanterie nog niet ter plaatse was.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 630