deeld wil zien is het duidelijk, dat de opperbevelhebber met de schuld van Dopf in genen dele is vrijgepleit. Uit zijn antwoord aan Slangenburg moet men opmaken, dat hij twijfelde aan de bereid willigheid van de generaals van Ouwerkerk om aan de voorgestelde voltooiing van het succes mee te werken; maar het is wel zeker, dat, indien hij zijn autoriteit - nog wel gesteund door die van Slangenburg had ingezet door de mars op Leuven eenvoudig te bevelen, er van tegenstand geen sprake zou zijn geweest x). ACTIE AAN DE DYLE Villeroy had de terugtocht naar Leuven ongehinderd volbracht, behoudens het verlies van enige bagagewagens, waarvan een achter volgende afdeling dragonders zich had meester gemaakt. De volgen de morgen haastte de maarschalk zich, zijn leger in veiligheid te brengenmet het aanbreken van de dag begon de overtocht over de Dyle bij Leuven en Zuidelijker bij Hevere, waarna een kamp werd betrokken onmiddellijk ten Westen van Leuven, de rechter vleugel bij Berthem, de linker ten N.W. van Leuven; met het kwartier van Villeroy te Bethlehem, van de keurvorst te Herent. De achterhoede was nog bezig, de Dyle te passeren toen de voorste troepen der bondgenoten, omstreeks 9 uur, in zicht kwamen. Het enige, wat 599 HOOFDSTUK V Over het gevecht bij Heylissem Bulletin van 18 Juli uit het kamp van Tirlemont, bij Murray p. 174. 'Detailed account of the arran gements made by the Duke of Marlborough for the passage of the enemy's lines on the 17th July, 1705', ib. 174-177. Een brief over het gevecht van George Hamilton, graaf van Orkney, in 'English historical Review', vol. XIX, 1904. 'Remembrance' van John Scot, in Dl III van Ferguson's Scottish Brigade, 364 vlg. Van Nederlandse zijde: Twee relazen in de Europ Merc., resp. p. 68-72 en 78-81, met enkele brie ven en een lijst van de krijgsgevangen officieren. Van belang is vooral het verslag van Hompesch aan de Staten-generaal door dezen 2 2 Juli ontvangen. Volgens Hompesch bedroeg het gehele detachement van Noyelles 20 bataljons en 38 eskadrons. De in de tekst genoemde sterkte is ontleend aan de staat in Europ. Merc. p. 67. De 'Mémoire pour le 17e Juillet 1705' en de marsbevelen voor de beide colonnes geven resp. slechts 27 en 30 eskadrons als gezamenlijke sterkte aan cavalerie, zodat deze blijkbaar op een later tijdstip is uitgebreid. De brief van Hompesch in St.Gl 3917 (zie Bijlage 49). Slangenburg in zijn memorie van Februari 1706. Lamberty XIV, 194, 195". Knoop in N. Speet. 1866, p. 331-350. Marlborough aan Heinsius, Tirlemont 18 Juli, kamp bij Leuven 20 Juli, bij V. 't Hoff nrs 308, 103. Van Franse zijdeVilleroy aan de koning, 25 Juli (Pelet V-578-581). 'Relation de 1'affaire des lignes de Ia Ghète 18 Juillet 1708' bij Pelet 581-585. Voorts een anoniem verslag 'Au camp sous Louvain ce 19 Juillet', van een officier uit de omgeving van Villeroy, in het archief van Slingelandt, nr 128, in het A.R.A. Nieuwere literatuur: Churchill, 945-957. Bijzonderheden over de Beierse troepen in Karl Staudin- ger: 'Geschichte des Kurbayerischen Heeres', Bd. II, Dl 2, p. 1094 vlg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 633