deze nog konden doen was het opvangen van nakomers en marau- deurs, waarvan er in de loop van de morgen een aantal werd gevangen gemaakt; de opgaven variëren van 800 tot 1400. De geallieerden legerden zich vervolgens op korte afstand van Leuven met de rechter vleugel te Vlierbeek, waar Marlborough zijn kwartier had, de linker, die als steeds door het leger van Ouwerkerk werd gevormd, tot aan Bierbeek. Daar thans uiteraard kans op een beleg van Namen bestond, zonden de Fransen met spoed 9 bataljons en een regiment dragon ders derwaarts, ter versterking van de reeds aanwezige veiligheids bezetting van 4 bataljonsook naar Charleroy werden enige troepen gedirigeerd. Het bataljon dat te Diest lag, werd tijdig teruggeno men, evenals de regimenten dragonders welke op Leeuw waren teruggetrokken; Leeuw behield echter nog de gewone bezetting. Van veel belang was deze vesting niet, doch totdat de geallieerden de moeite zouden nemen van een beleg hadden zij enige rekening met haar te houden wegens hun convooien. Het Franse veldleger had toen een sterkte van 92 bataljons en 139 eskadrons; dat der geallieerden even zoveel bataljons en 139 eskadrons. De geallieerden hadden dus een niet onbelangrijke overmacht; hun onderdelen waren in het algemeen sterker dan die der tegen partij en bovendien hadden bij deze vooral de Spaanse troepen en de Beierse cavalerie niet weinig aan gevechtskracht ingeboet. De 23e veranderde Villeroy de opstelling volgens de ordre de bataille, 'et on les entremêla de manière que celles sur qui on pouvait le plus compter pussent soutenir les plus faibles.' Bij de geallieerden hoort men dergelijke klanken niet. Het bondgenootschappelijke leger schijnt na de 8e zelfs nog enigs zins te zijn aangegroeid; wij lezen althans bij De Vault dat enige dagen nadien een officier gevangen geraakte, die de orde van Bataille in zijn zak droeg, en volgens deze bestond het leger uit 97 bataljons en 162 eskadrons. Met het oog op eventuele omtrekkende bewegingen der tegen partij detacheerde Villeroy te Werchter, aan de nieuw aangelegde linie tussen Nethe en Demer, 2 brigades infanterie en regimenten dragonders onder Caraman, en naar rechts, aan de beek van Voer, ten Z.W. van Leuven, bataljons en 4 regimenten dragonders onder Guiscard. In Leuven werden 10 bataljons geplaatst x). De verdedi gingswerken hier bestonden slechts uit een ouderwetse stadsmuur, Voor de Franse bewegingenPelet V-55-59. 600

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 634